Passie voor Luchtvaart, een uitstervend iets?
De luchtvaartindustrie begint langzamerhand in te zien dat er een chronisch tekort ontstaat aan serieuze en gepassioneerde jongeren die kiezen voor een carriere in de luchtvaart.
Jongeren hebben vanaf de middelbare school een grote keuzemogelijkheid welke richting ze kiezen voor hun vervolgopleiding. Een belangrijke stap is het kiezen of het samenstellen van het vakkenpakket. Dit is al een belangrijke stap, bepalend voor het verloop hun carriere.
Dan, als eenmaal een vakkenpakket gekozen is, moet er na het afsluiten van het eindexamen aansluitende richtingen een duidelijke keuze gemaakt worden betreffende de vervolgopleiding.
Het in een vroeg stadium gepassioneerd raken met vliegtuigen en alles wat daarbij komt kijken kan een bijdrage leveren aan het maken van een keuze voor een luchtvaart gerelateerde opleidingen (technisch, dienstverlenend etc).
Vraag maar eens aan een piloot hoe het komt dat hij/zij voor dit beroep gekozen heeft. De meeste zullen je vertellen dat een kijkje in de cockpit tijdens de vlucht een vlammetje heeft doen ontwaken. Vanaf dat moment wisten ze het zeker, ze wilden piloot worden!
De toegankelijkheid van de cockpit, het vliegveld en luchtvaartbedrijven is na 11 september 2001 behoorlijk beperkt. Het ontwaken van vlammetjes daarmee ook.
Het is aan het bedrijfsleven en de luchtvaart gerelateerd opleidingen om hier iets aan te doen. Promotie vanuit de nederlandse luchtvaartindustrie is nodig. Dit kan door basis scholen de mogelijkheid te bieden luchtvaart gerelateerde bedrijven te bezoeken. Een korte presentaties van bijvoorbeeld een piloot, steward(ess) of een vliegtuigmonteur in de klas.
Misschien is het een druppel op een gloeiende plaat, maar wel een onderwerp waar duidelijk aandacht aan besteed moet worden.
Passie voor Luchtvaart, een uitstervend iets?
Ik kwam een zestal afleveringen van het maandblad Vliegende Jeugd tegen uit 1935.
Het blad was nieuw, en opgezet vanuit een aantal Luchtvaart Clubs.
Er was de KNVvL in 1934, er was Vliegwereld, maar het boterde niet tussen de landelijke 'moloch' en de achterban.
Ik kom er zo op terug.
Midden jaren vijftig werd ik aktief op zweef-gebied en was het al qua modelbouw.
De Avia Vliegwereld die toen in de bus ging vallen stelde me op die twee gebieden altijd wat teleur.
Het waren mijn twee soorten luchtvaart die er altijd een beetje 'bij hingen'.
Te weinig informatie, te kort, niets echt lekker uitgewerkt.
En altijd achterin het blad...Tekenend of toeval?
Voor de gewone man was Ballonvaart en Sportvliegerij, als liefhebberij niet aan de orde. Met de -geprezen- scholierenbonnen lukte zweven financiëel nét.
Boesman en Isacar, ze deden maar.
Bleef er in de Avia ongeveer alleen over dat wat vrij klakkeloos werd over genomen qua nieuws uit de States en wat herkennings testjes. (het lag in de praktijk iets ruimer).
Herkenning werd zéér nodig geacht, de vijand loerde permanent!
Men vertoonde minuscule Westerse- en Oostblok productjes in een bijna niet te ontcijferen bocht.
En gelukkig altijd een paar van die makkelijke Westerse helicopters er bij, 51, 55, Sycamore--níet 51 noemen hoor, de 171 en de 173.
Goed voor het punten gemiddelde...
Zeer nodig geacht, maar het nut ervan?
Ik ken ze nog steeds, maar zo ook de boeken uit het Oude Testament...En Hoendiep, Boterdiep, Damsterdiep, (in Groningen). Nut is een rekbaar begrip.
Ik had wat dat betreft de pech in de MLD terecht te komen, waardoor ik ook nog eens jáárenlang geplaagd werd met de silhouetten van schepen.
Het zal best zo zijn dat ik de te kleine hoeveelheid info achterin de Avia wat gekleurd zag, door de bril van de jeugd die nooit genoeg kan krijgen van z'n passie.
Maar ik was niet de enige, had ik gemerkt.
Op een beleefd gestelde lezersvraag hierover kwam een nietszeggend antwoord.
Op een aan 'Het Secretariaat' gerichte brief kwam ook niets opwindends terug.
Behalve wat later, toen ik er bij de jeugd-uitwisselingsselectie aan werd herinnerd door een van de Heren Selecteurs.
Hij vond gelukkig geen bijval...
Pas veel later kwamen Breukstukje en Thermiek met extra, broodnodige, maar nog niet gezaghebbende informatie.
Nu dan de 'Vliegende Jeugd' uit 1935.
In 1934 beleefde Nederland een mooie luchtvaartperiode. Tijd voor een paar plaatjes.
Bijlage 6847
Bijlage 6848
Bijlage 6849
Bijlage 6850
Hr Mijksenaar was geen luchtvaart schrijver, maar o. a. propagandist voor de gemeente Amsterdam.
Hij zat daardoor wel dicht bij het vuur en staat dan ook op een van de foto's.
Ondanks die landelijke luchtvaart-vreugde heerst er onmin bij de plaatselijke Luchtvaart clubs.
Men herkent zich niet meer in de 'met bezoldiging' aangestelde figuren bij de KNVvL.
Men voelt zich niet meer vertegenwoordigd door bestuurders zonder specifieke luchtvaartkennis.
Lieden die niet erg open staan voor de noden van clubs op allerlei praktische gebieden die men van algemeen belang achtte.
Het woord Bobo bestond nog niet, maar ze waren er wel.
De onrust leidt er toe dat er een nieuw maandblad wordt opgericht in 1935, 'Vliegende Jeugd.'
Met goed mat-glanzend papier en duidelijke foto's.
Voor een jaarcontributie van één gulden mag men iets verwachten, toch.
Ik heb er zes afleveringen van, met aardige artikelen voor de liefhebber.
Bijlage 6851
In het juli '35 nummer wordt dan de afscheiding van de KNVvL bekend gemaakt door de Amsterdamsche, gevolgd door de Utrechtsche en afdeling Zutphen.
Anderen zijn in staat van her-indeling.
In oprichting is een Jeugd Luchtvaartbond.
Het juli nummer vermeldt:
Bijlage 6852
Adverteerders zijn er ook, en zeer uiteenlopend.
Zo verkoopt v Wijngaarden typisch Joodse vis, maar een grafkrans met korting behoort ook tot het plaatselijke bestand.
Men wordt ook door de redactie aangespoord om uitsluitend bij de adverteerders te kopen, kom daar nog maar eens om!
Een goed onderbouwd ingezonden stuk licht het wat opstandige initiatief toe. Anoniem, dat is jammer.
Een stukje er uit geeft de kern van het probleem aan.
Bijlage 6853
Bijlage 6854
Dan is er een kopje Mededelingen.
Daarin wordt min of meer hetzelfde medegedeeld, men had de coördinatie nog niet helemaal op orde.
Maar er staat wel een merkwaardig verhaal onder over de Jeugd Luchtvaart Week Soesterberg.
Waaruit maar weer blijkt dat wat in october '34 nog juichend verliep, opeens in juli '35 niet meer wil lukken...
Bijlage 6855
Nederlandsche Zweefvliegtuigen Fabriek AEOLUS was adverteerder.
Behoort deze fabriek tot de lijst met constructeurs?
En Avion?
Bijlage 6856
Tot slot de droeve opsomming in het juli nummer van een aantal fatale ongelukken.
Andere maanden verliepen gelukkig minder dramatisch.
Het Ongevallenarchief van Herman Dekker doet uitgebreid verslag.
Bij geen van de drie KLM ongelukken gaat de mens vrij uit in de keten van gebeurtenissen.
Helaas.
Vooral de wanhopige dwaaltocht van de Gaai is een pakkend relaas. Bijlage 6857
Slotvraag.
Wat ik me als aanleiding voor dit artikel afvroeg was hoe het de 'Vliegende Jeugd' is vergaan.
Ik weet het niet.
Afgaande op internet aanbiedingen zijn er nog maar twee maand-afleveringen verschenen. Meer wordt er niet aangeboden.
Een voorzichtige conclusie is dan mogelijk, n.l. dat het hierbij is gebleven.
Maar waarom?
Hopelijk heeft de KNVvL destijds besloten er een inhaalslag aan te wijden.
In positieve zin dus, in de minne geschikt.
Toch bekruipt me het gevoel dat het niet zo is gegaan...
Is er iemand die de juiste toedracht naar boven kan halen?
Met name ook omdat er als voorbeeld een hebberig buurland was in weder-opbouw, waar men de 'jugend' suf stimuleerde op luchtvaart gebied.
Tracker.