Een topic over Duitse radarstations tijdens de periode 1940 tot 1945 en wat daar van nog terug is te vinden
Voornamelijk stellingen voor de nachtjacht , navigatie of het uitluisteren van vijandelijk radioverkeer .
Printable View
Een topic over Duitse radarstations tijdens de periode 1940 tot 1945 en wat daar van nog terug is te vinden
Voornamelijk stellingen voor de nachtjacht , navigatie of het uitluisteren van vijandelijk radioverkeer .
Tijdens de oorlog bouwde de Luftwaffe aan de van Oldenborghweg tussen Egmond aan Zee en Bakkum en drietal radarinstallaties onder de deknaam “Max “.
De meest Noordelijke installatie stond op het Koepelduin en was een Wassermann E II gerät .
De tweede lag 600 meter Zuidelijker op een duintop van 30 meter hoog en bestond uit een houten toren met een hoogte van 90 meter. ( Grosse Elephant )
De meest zuidelijke toren op het Vogelduin en was eveneens een houten toren met een hoogte van 60 meter . ( Kleine Elephant )
De drie locaties werden aangeduid als WN 38L en als BP 60.
Rond de drie torens werden veel ondersteunende bunkers gebouwd .
In 1943 werden bij de middelste toren ( Grosse Elephant ) twee flak bunkers van het type L 409a gebouwd met de registratienummers LCL 15511 en LCL 15512 .
De bunkers dienden voor de nabij verdediging van laagvliegende vliegtuigen
Bovenop de bunker stond een 2 cm snelvuurkanon in een betonnen beding , de daaronder gelegen bunker diende als verblijf voor de bemanning en voor opslag van de munitie .
Tevens had men de beschikking over een kantine annex keukengebouw , telefooncentrale , ontspanningsgebouw , diverse voorraadbunkers en woonschuilplaatsen.
De twee houten torens waren van een experimenteel type lange afstandsradar met een bereik van 300 km.
Volgens het KTB van het 347th Inf. Div. stond het op 29-3-1943 het geheel onder het gezag van het 14./Ln.Vers.Rgt.met één Off. , 5 Onderoff. en 20 manschappen.
In de zomer van 1944 werd de gehele installatie ondergebracht bij de Flughafen Kommandantur Schiphol als Ln. Sonderanlage “ Elephant “ en als Jägerleitdienst in gebruik genomen .
Na de oorlog werden de masten ontmanteld en als schroot afgevoerd waarna de bunkers onder het zand werden gewerkt.
Het dak van de bunker waar eens de “Grosse Elephant “ stond dient nu als uitkijkplatform terwijl deze duintop nog steeds bekent staat als “ De hoge Toren “.
Aan de Durgerdammergouw tussen Ransdorp en het Kinselmeer bevond zich een Adcock peilstation .
Het bestond uit één bakstenen gebouw en vier antennemasten.
De installatie diende als navigatiebaken voor de Luftwaffe .
Het ging om en peilinstallatie die gebruikt werd om radiosignalen van vliegtuigen uit te peilen en zodoende de positie te bepalen.
1.) De installatie tijdens de oorlog vanuit de lucht gezien.
Bijlage 11716
2. - 3.) De peilhütte tegenwoordig.
Bijlage 11717Bijlage 11718
Tijdens de oorlog bouwde de Duitse Luftwaffe in de Hargerpolder een navigatiebaken ten behoeve van bombardementsvluchten op Engeland.
Wanneer de bouw begon is onduidelijk , het centrale deel van de installatie stond in de Noord Oost hoek van de Hargerpolder en omvatte de middelste mast , verblijven voor de manschappen , een gebouw voor de binnengekomen gegevens , aggregaat gebouw voor noodstroom , een wateropslag bunker , en gebouwen voor andere ondersteunende functies.
De Noordelijke mast stond op de hoek van de Pettemerweg en de Belkmerweg in de Hazepolder op het land van de familie P. de Boer.
De Zuidelijke mast stond tegen Groet aan , de onderlinge afstand van de masten bedroeg ongeveer 2 kilometer.
De masten waren van staal op een betonnen funderingsblok die door middel van tui kabels overeind bleven.
De Installatie werkte op de lange golf en had een bereik van ongeveer 2500 kilometer.
De Duitse codenaam was Electra – Sonne ( Electra = leitsrahlfächerfunkfeur en Sonne = fächerdrehfunkfeuer )
Het centrale deel van de installatie werd aangeduid als WN 33a ( L ) -Baupunkt 55a ( L )
Alle gebouwen waren van het soort wat men veel in Duits Radar stellingen tegenkomt , een betonnen funderingsplaat met bakstenen metselwerk en een betonnen dakplaat .
Een uitzondering vormt echter een waterbunker , deze werd geheel van gestort beton gebouwd.
In een later stadium bouwde men in de Hondsbossche slaperdijk aan de oostzijde van de stelling een ständige bunker van het type L 484 unterstand für funksendestelle met als baunummer BL 11632
Volgens het KTB vn het 347 Inf. Div. op 29.3.1943 bestond het Kommando Electra uit 6 onderofficieren en 27 manschappen van een lagere rang , de stelling werd verdedigd door 5 machinegeweren en 5 stuks luchtdoelgeschut met een kaliber van 2 cm.
- 1 t/m 3.) Constructie van de mastBijlage 11733Bijlage 11734Bijlage 11735
- Groet gezien vanuit de Zuid mast ( links bovenin zie je nog een stuk van de tankgracht ).Bijlage 11736
- De waterbunker.Bijlage 11737
- Centrale gang in het auswertungsgebouw.
- Kabeldoorvoer in één van de gebouwen
- Overzicht van de stelling.
- Onderkomen voor de manschappen.
- Onderkomen voor de manschappen en het auswertungsgebouw.
- Aggregaat gebouw.
- Overzicht van de stelling.
- Onderkomen voor de manschappen.
- Aggregaat gebouw.
- BRV tekening.
- BRV tekening
.
- Centrale gang in het auswertungsgebouw.Bijlage 11739
- Kabeldoorvoer in één van de gebouwenBijlage 11738
- Overzicht van de stelling.
- Onderkomen voor de manschappen.
- Onderkomen voor de manschappen en het auswertungsgebouw.
- Aggregaat gebouw.
- Overzicht van de stelling.
- Onderkomen voor de manschappen.
- Aggregaat gebouw.
- BRV tekening.
- BRV tekening
Jan , waar woon je ? Als je dit onderwerp interesant vind raad ik je aan eens een duinwandeling te maken door het duingebied bij Oostvoorne.
Mvg,
Bart
In een polder ten noordwesten van Medemblik tussen de Koggenrandweg en de ringvaart bouwden de Duitsers in 1941 en Radarstation van de 2e ordnung.
De stelling maakte deel uit van de Himmelbett stellung die tot taak had binnenvliegende vijandelijke toestellen te detecteren zodat eigen vliegtuigen en flak de vijand konden onderscheppen.
In oktober 1942 werd de Stelling met de naam Hering ( haring ) in gerbuik genomen .
De stelling werd eerst bemand door troepen van het 7./Flugmelde Leitkompagnie van het 11./Ln.Rgt.203 .
En werd aangeduid als Wn. XIV aL ( Luftwaffe ) .
Vanaf 29.3.1943 werd het complex bemand door het 10./Ln.Rgt.201 met 3 off. , 32 onderoff. en 174 manschappen .
De commandant was op dat moment Leutnant en Zugfuhrer Jauk.
Op dat moment waren er aan wapens aanwezig 12 Franse machinegeweren , 2 stukken 2 cm flak op houten torens voor de nabij verdediging en 5 franse zware machinegeweren .
Het hele complex was omringt door een dubbele prikkeldraadhindernis .
De Radarapparatuur bestond uit 1 Freya F42 en 2 Würzburg Riese FuSe 65 apparaten.
Het complex was opgebouwd uit bakstenen gebouwen met als fundatie een betonplaat en als dak eveneens een betonplaat .
De Freya stond ook op een bakstenen gebouw terwijl de 2 Würzburg Riesse's op zeskantige betonsokkels stonden. ( type V229 )
Ook was er in Medemblik een Fluwa die werd aangduid met 32 aL ( 1 onderoff. en 7 manschappen ) die tot taak had om met verrekijkers de omgeving te observeren , ze maakten deel uit van het 13./Res.Lg.N.Rgt. en waren op een hoog gebouw geplaatst ergens in de stad zelf
Na de oorlog bleven de gebouwen in de polder als stille getuigen staan , vanaf midden jaren 70 werd een groot deel van de polder als vuilstort in gebruik genomen waardoor een aantal gebouwen onder de grond verdween.
Tegenwoordig zijn er van de stelling geen gebouwen meer te zien.
1.) een foto van de stelling tijdens de oorlog.
2.) 1977, kort voordat het als vuilstort in gebruik word genomen ( op de achtergrond twee Würzbug Riesse sokkels )
3.) Kaart van het verzet uit 24-11-1943.
4.) kaart uit een provincie atlas waarop nog veel van de gebouwen zichtbaar zijn .
Omstreeks 1941 begon de Luftwaffe ten zuiden van Zandvoort een zeer grote radar stelling te bouwen .
De stelling was een zogenaamde Funkmessstellung 1. ordnung waar van er nog vier van waren in Nederland zoals Gazelle in Veendam , Hase in Harderwijk , Hamster in Oostkappele en Salzhering in Den Helder.
In de eerste instantie werd de bouwlocatie aangeduid als baupunkt 154 na oktober 1943 werd het verandert in baupunkt 158(a) tactisch ook wel Stutzpunkt XXXI Luftwaffe – Funksende – Anlage Zander.
De stelling was een zogenaamde Doppel Riese Stellung die bestond uit twee delen , de Jägerleitstellung en de Flugmeldestellung.
In de Jägerleitstellung beschikte men over 2 Wurzburg Riese , 1 Freya , 1 kleine Wurzburg ? ( waarschijnlijk een Anton D ) en 2 Heinrich peilers .
Het gehele complex werd voorzien van ongeveer 140 lichte bunkers uit de Küver serie , in een later stadium werden er nog de nodige ST bunkers aan toegevoegd .
Ongeveer 1 kilometer zuidelijker bouwde men Flugmeldestellung met eem Wassermann L ( leight )
daarom heen stonden tevens gebouwen voor ondersteunende taken .
De Wassermann kreeg de codenaam Ursula en werd gebruikt als een Fumo Seetakt.
De reden dat men de Wassermann ver buiten de Jägerleitstellung bouwde was om de storing van beide installatie zoveel mogelijk te beperken.
De codenaam van het gehele complex was “Zander “ waarvan de eerste letters waren verwant aan de plaatsnaam Zandvoort.
Met ingang van 1 augustus 1944 werd de installatie beheerd door het 10.Schwere Flugm Leit-Komp. Met als feldpostnr. 09 848
De Bezetting bestond maar liefst 6 Kompagnie Führers die als JLO optraden ( Jägerleitofficier )
Vanaf 1 februari 1945 viel het geheel onder II./Ln.Rgt.223 en het betriebs auswertzug waarvan de staf in Overveen zetelde onder Maj. Erhard Lessing.
In het winterausbauproramm ( oktober 1943 ) bouwde men nog een aantal ST bunkers waaronder 2x een L409a – Unterstand mit aufgesetzten geschutzstand für 2 cm oder 3.7 cm flak , 1x L481 Unterstand für Adcock en een L487 Unterstand fur Funkmessgerätauswertung ( Jafü ) “ Bertha “
Er waren echter ook nog een 638 kleiner sanitätsunterstand en een L413a Munitionsunterstand für ein leichte flakzug gepland maar die werden echter nooit gebouwd.
Van de L487 is bekend dat de bunker nooit is afgebouwd , de enigste gebruiker is een padvinders groep die bunker enige jaren na de oorlog als onderkomen gebruikte.
Na de oorlog tekende het BRV de stelling op ( Jägerleitstellung als complex M en de Flugmeldestellung als complex N )
Toch spreek men soms nog over Zander I en II , in werkelijkheid gaat het om één stelling.
Door de afgelegen locatie van de stelling is er niets gesloopt maar alles onder het zand gewerkt zodoende zijn nog veel bunkers in het landschap als kunstmatige heuvels zichtbaar waarvan er een aantal als vleermuisonderkomen is ingericht.
Ten Zuid Westen van het dorp Schoorl verscheen in 1943 op een 52 meter hoog duin een gigantische radarinstallatie van het type FuSan 724/725 Bernhard
In mei 1943 werd de installatie in gebruik genomen om als navigatiebaken voor de Luftwaffe te dienen .
Het was een zogenaamd Funkfeuer installatie die op een ring kon draaien met een diameter van 22 meter en een gewicht had van 100 ton.
De installatie zond een signaal uit op een frequency van 30 tot 33 Mhz met een bereik van 400 kilometer.
Aan boord van de vliegtuigen bevond zich een Bernadine Fug 120a ontvanger die het ontvangen signaal omzette in een positie van het vliegtuig.
Ook in Frankrijk waren diverse Funkfeuer stations van het type Bernhard opgericht als navigatiebaken voor de Duitse Luftwaffe.
Het baken in Schoorl werd gebouwd op het hoge klimduin ( het hoogste punt bij Schoorl ) aan de Klimweg en het Torenpad
Er werden in het totaal 49 bouwwerken neergezet , waaronder 4 küver bunkers van het type 412 voor het onderbrengen van 6 man
De radarinstallatie zelf stond aan het Torenpad waar ook een bunker verrees voor de gegevensverwerking van 10x9 meter.
De installatie werd bedient door het 8.Ln.Flug.Rgt.West met 1 officier , 3 onderofficieren en 11 mindere.
De rondom verdediging werd ter hand genomen door troepen van het Ldschtz.zg.52/XI met 6 onderofficieren en 29 manschappen ze hadden de beschikking over 5 machinegeweren en een onbekend aantal 6 cm granaatwerpers.
De rondom verdediging werd gevoerd vanuit loopgraven , tobruks en andere veld stellingen.
Op 23 september werd de stelling aangevallen door 13 Beaufighters van het 143 Squadron met raketten en boordwapens.
De schade was aanzienlijk en de installatie was tot begin april 1945 buiten gebruik.
Na de oorlog bleef de installatie staan en kreeg in het dorp Schoorl al gauw de bijnaam “ de draaimolen “ .
Uiteindelijk werd het geheel gesloopt en afgevoerd naar de schroothoop , in de periode 1986 – 1990werden er nog 3 tobruks , 3 manschappenbunkers , 2 waterputten en de grote betonnen ring gesloopt.
Tegenwoordig resten er nog wat bunkers , een tobruk , een betonnen loopgraaf en wat bakstenen gebouwen die nu in gebruik zijn bij het spiritueel centrum Heel & Al.
- Een Bernhard installatie ergens in Frankrijk.
- De gesloopte installatie in Schoorl.
- Één van de wielstellen na de sloop in Schoorl.
- Een tobruk met een manschappenbunker aan de Klimweg.
- Interieur van een bunker.
- Bunker aangepast als vleermuis onderkomen.
- Tobruk.
- Een bunker aan het Torenpad dient nu als uitkijkplatform.
- Generatorgebouw
- Bakstenen verwaltungs gebouw
- Betonnen loopgraaf voor de rondom verdediging.
- Een tekening , opgemeten vlak voor de sloop in 1987.
- De ring in de jaren 80.
- Krantenartikel van 19-11-1987 ( Alkmaarder Courant.)
.
..
Jan,
Ik weet niet hoe deskundig jij bent op het gebied van radar in Nederland gedurende 1940-1945?
Maar omdat jij momenteel dit topic voedt, gooi ik hem er hier maar in. Misschien kan jij mij helpen.
Ik ben namelijk op zoek naar wat meer informatie over "vesting de Beer". Dit was bij Rozenburg (Rotterdam).
Dit naar aanleiding van een foto die ik in 1986 heb genomen. (Zie hieronder)
Bijlage 11830
Op de achtergrond zie je links nog een stukje van een radarschotel. Hier zat een bordje bij dat vermelde dat dit radarsysteem uit de 2de wereldoorlog kwam en bij Scheveningen vandaan kwam.
Toen geen foto genomen (was nogal zuinig op mijn fotorolletjes). Wel nog eens gekeken of ik hier wat info over kon vinden, maar toen niets gevonden.
Wat hier dus stond was het volgende: (met hulp van het hedendaagse Internet)
Funkmeßgerät FuMG 65 Würzburg-Riese
Het betreft hier een FuMG 65 Würzburg-Riese radar dat oorspronkelijk op Rozenburg (bij Rotterdam) stond. Dit heette Vesting de Beer.
Later, na de oorlog, is deze radarschotel gebruikt als antenne voor wetenschappelijk onderzoek door RVO-TNO op de vlakte van Waalsdorp (bij Scheveningen). Hier komt dus de link met scheveningen vandaan.
De radarschotel is later geschonken aan het Luftwaffenmuseum Uetersen (waar ik hem dus tegenkwam). Later is deze schotel verhuist naar het Luftwaffenmuseum in Gatow. Daar staat ze nog steeds.
Voor meer info zie ook de volgende links:
Rozenburg (Rotterdam). Vesting de Beer. http://www.koosp.nl/wo deel 6/wo deel 6 1b/index.htm
Vlakte van Waalsdorp, noordelijk van Scheveningen. Museum Waalsdorp: Wrzburg-Riese antenne
Heeft iemand misschien nog een foto, of wat meer info, van dit radar uit de tijd dat deze op Rozenburg stond?
Mvg, Boris
Misschien is er wat over te vinden in het boek "Radarstelling Biber' (in Oostvoorne)
Overigens is hebben we nog een Würzburg Riese in ons land en deze is in het bezit van Museum Vliegbasis Deelen, momenteel opgeslagen in Elst.
Het museum is tevens in het bezit van de schotel van een Würzburg A en die staat wel opgesteld.
foto Riese:Gerben Tornij.
Hallo Boris
Veel radar installaties werden na de oorlog doorgebruikt in diverse landen .
Een mooi voorbeeld zijn de radiotelescopen van Dwingeloo ook dit waren Würzburg Riese installaties die tot in de jaren tachtig zijn gebruikt.
De schotel die nu in het oorlogsmuseum van Overloon staat komt ook uit Dwingeloo.
De Würzburg van de Beer is geen Fuse 65 maar een Fumo 214 " Seetakt "
Deze installatie diende als vuurleidingsradar voor zware Seeziel batterie Brandenburg op de Beer
De Fuse 65 was specifiek voor de Luftwaffe.
De foto is van de Würzburg op de Beer
Interessante foto Jan! Bedankt voor 't plaatsen.
Jan,
Ik krijg het idee dat zowel de FuMo 214 als de FuMG 65 dezelfde hardware hebben. Was dan het enige verschil dat ze door verschillende organisaties (Kriegsmarine, Luftwaffe) gebruikt werden? Of zat er toch wat andere elektronica achter?
Mooie foto trouwens. Hiervoor mijn dank.
Mvg, Boris
Ik weet wel dat Fuse 65 over kleine dipoolantennes beschikte boven op de schotel , die door de Duitsers " Parasiet "werden genoemd .
Dit had te maken met het zogenaamde " indentification friend and foe " systeem voor als men een eigen vliegtuig in beeld kreeg .
Of het nog andere afwijkende apparatuur had weet ik niet .
Jan,
Heb je ook gegevens en/of een afbeelding over de Seeziel-Batterij op De Beer?
Van de stelling Roma is weinig bekend .
De locatie was op de Zanderij 500 meter ten westen van Castricum.
De installatie werd op een heuveltop geplaatst als Frühwarngerät ( vroege waarneming ) tegen vliegtuigen .
Waneer men met de bouw begon of de installatie in gebruik is genomen is onbekend .
De radar is een DETE II later aangeduid als FuSe 80 Freya met een bereik van 300 kilometer en een vermogen van 10 Kilowatt.
Het scherm was in hoogte beweegbaar zodat men het tijdens gebruik boven de scherfmuur liet uitkomen waarna men na gebruik weer liet zakken tot in de scherfmuur.
De stelling bestond uit bakstenen gebouwen en was als volgt samengesteld ; 1 wc , 1 aggregaat gebouw , 9 woon/voorraad gebouwen , 1 werkplaats , 2 tobruks , en een scherfmuur voor de installatie .
Volgens het KTB van het 347. Inf. Div. op 29.3.1943 bestond de bezetting uit 3 onderoff. en 22 manschappen.
Het is opvallend dat er gecombineerde eenheden waren zowel Luftwaffe als Kriegsmarine personeel werkte op de installatie .
De verdediging bestond uit één machinegeweer en één stuk 75 mm luchtdoelkanon (r.).
Na de oorlog werd het gehele complex door de Pwn gesloopt voor het bedrag van f 83750,-
Er is thans op wat los puin na niets meer terug te vinden.
1.) De radarinstallatie in de scherfmuur ( 1947 ).
2.) De radarinstallatie met op de voorgrond het aggregaat gebouw.
3.) Detailopname van het antenne scherm .
4.) BRV tekening van de installatie.
5.) BRV tekening van de scherfmuur.
6.) PWN tekening van de Zanderij.
Max behoorde als Funkmessgerätestellung tot de 3e ordnung en bestond uit een stalen vakwerkmast van het type Wassermann L ( leicht )
De mast bestond uit drie delen en had een hoogte van 36 meter en een bereik van 280 km.
De installatie stond op een beton sokkel en was voorzien van vier tuikabels waardoor het geheel 360 graden kon draaien.
De stelling behoorde toe aan de Luftwaffe en had als taak voor vroege waarneming tegen vijandelijke vliegtuigen.
Vooral grote formaties bommenwerpers met als doel Duitsland werden door dit type radar vroeg gezien.
De installatie werd gebouwd ter hoogte van het Koepelduin en operationeel op 3 maart 1942.
De bezetting bestond uit , 3 onderoff. , en 33 manschappen voor de bediening van de installatie
De locatie werd aangeduid als Baupunkt 58 ( mogelijk Stp. XVIII H.L. )
Op 28 april 1943 werden er twee ständige bunkers gepland ten behoeve van de apparatuur en het personeel , namelijk een 661 ( unterstand. für verwundetensammelstelle ) baunr. L CL12034
Deze bunker moest eigenlijk een 622 worden ( de bunker werd later alsnog gepland maar nooit gebouwd )
En een L 435A ( unterstand für ein leichte flaktrupp ) baunr. LCL.12035
Of de bunkers daadwerkelijk zijn gebouwd is tot op heden niet bekend .
1. 2. 3.) Deze foto's maken deel uit van een serie van tien stuks en zijn gemaakt op 21 augustus 1944 door een Britse fotoverkenner.
4.) BRV tekening.
5.) schets van de installatie van uit zee gezien.
Toldijk ligt aan de weg van Doetichem naar Zutphen .
Er was één van de vele radarstations gevestigd , die voor de "grossraume " ( Raum 4 , dat weer in vier sectoren - a t/m d - was onderverdeeld ) van de Kammhuberlinie werden aangelegd.
Met het afnemen van de betekenis van deze Henaja (helle
nagdjagd ) drempel raakten ook de daaraan gekoppelde radarstations in onbruik .
Het station in Toldijk beschikte naar alle waarschijnlijkheid over twee Wurzburgs en een Freya .
Het stond in verbinding met het gevechtsleidingscentrum "t kraaiennest ", gelegen tussen Doetichem en Zelhem.
Toldijk en "t kraaiennest werden in juni 1944 gesloten .
De bemaning van de laatste vestiging , waaronder een dertigtal helferinnen , werd overgeplaatst naar het Fluko in Doetinchem , dat enkele maanden later in de beginfase van de luchtlandingen bij Arnhem een uiterst belangrijke rol zou spelen .
Tegenwoordig staan er alleen nog twee betonsokkels van de Wurzburg Riese aan de Beekstraat en één bij de Voortseweg .
Naast de boerderij aan de Voortseweg staat tevens nog een gebouw zonder dak waar de gegevens werden verwerkt.
Hase in Harderwijk was één van de eerste radarstations die in gebruik werd genomen in Nederland als onderdeel van de Himmelbett verfahren.
De aanleg begon in januari 1942 en bestond uit een Wurzburg Riese ( FuSe 65 ) en een Freya Fahrstuhl ( FuMo 401 )
Bij de installaties bouwde men een aantal houten barakken en een stenen keukengebouw.
De gehele installatie werd beheerd door de 14./Flugmeldeleitkompagnie III ./LnRgt 201
Binnen het systeem van de Himmelbett coderingen kreeg het LwNr. 20.
In juni 1944 werd de stelling uitgebreid met nog een Freya ( echter geen Fahrstuhl.) , een tweede Wurzburg , 1 Jagdschloss en twee Y peilers .
Door deze opwaardering van deze apparatuur werd het een radar stelling van de 1e Ordnung waarbij tevens het personeel werd vervangen door leden van de 21./Flugmeldeleitkompagnie III /LNRgt.233 met feldpstnr. 49551.
De stelling werd verlaten in april 1945.
Tegenwoordig loopt een deel van de snelweg A28 over het gebied van de radar stelling en zijn vlak langs de snelweg de beton sokkel van de Wurzburg Riese en de fundatie ring van de Freya Fahrstuhl nog aanwezig.
Samenstelling van het luftnachrichten Regiment 223 en hun radarstations .
In het oorlog en verzetsmuseum te Overloon staat deze Wurzburg Riese radar , waar deze radar tijdens de oorlog gestaan heeft is niet bekend.
De sokkel is niet origineel maar een toevoeging van het museum.
Er hebben aardig wat Wurzburg's een zwervend bestaan gehad in Nederland.
Würzburg-Riese was tijdens de Tweede Wereldoorlog het Duitse codewoord voor
de in 1941 door Telefunken in Berlijn ontwikkelde radarinstallatie FuMG 65. Het
15 ton zware gevaarte had een paraboolspiegel van 7,5 meter diameter (gebouwd
door de Zeppelinfabrieken in Friedrichshafen), die draaibaar was opgesteld rond
een elevatie- en een azimuthas. Hij werd bediend door zes man. Met deze
installatie, die op een golflengte van 54 centimeter werkte en tot op een kwart
graad nauwkeurig kon worden ingesteld, werd de afstand, richting en hoogte
vastgesteld van vliegtuigen tot op 70 kilometer ver. De Reus was in feite de
grotere broer van kleinere Würzburg-parabolen met een geringer afstandsbereik.
Tijdens de oorlog werden naar schatting 1500 van deze reuzen gebouwd. Zij
vormden een belangrijk onderdeel van de zogeheten Atlantikwall, de Duitse
verdedigingslinie langs de kust tussen Frankrijk en Noorwegen, en als zodanig
hebben zij bijgedragen tot het verlies van vele geallieerde vliegtuigen boven
West-Europa. Langs de Nederlandse kust stonden ongeveer veertig van zulke
radarinstallaties, meestal paarsgewijs: één voor het volgen van het vijandelijke
doel en één voor het geleiden van de eigen nachtjagers.
De meeste radarinstallaties verdwenen kort na de oorlog in de smeltovens, maar
enkele werden gered, omgebouwd en gebruikt voor wetenschappelijke
doeleinden. Zo installeerde de Radiodienst van de PTT er enkele op haar
zendstation Radio Kootwijk voor het onderzoek naar de voortplanting van
radiogolven. Eén van die Würzburgs werd in 1948 'uitgeleend' aan de Stichting
Radiostraling van Zon en Melkweg, die hem geschikt maakte voor het detecteren
van de voorspelde 21-centimeterstraling uit het melkwegstelsel.
De Würzburg-Reus met de best gedocumenteerde levensloop is die welke
jarenlang door TNO in Den Haag is gebruikt. Hij stond in de oorlog op het eiland
Rozenburg en werd in 1947 als 'krijgsbuit' naar de Vlakte van Waalsdorp gehaald
ten behoeve van het Physisch Laboratorium der Rijksverdedigings-Organisatie.
De radar werd eerst gebruikt voor onderzoek aan de voorplanting van radiogolven
(in samenwerking met bovengenoemde SRZM) en later voor de ontvangst van de
signalen van weer- en communicatiesatellieten. In 1965 werd met de Würzburg-
Reus een telegrafieverbinding tot stand gebracht met Puerto Rico, waarbij de
maan als reflector fungeerde.
In 1977 werd de radar geschonken aan het Luftwaffenmuseum in Appen, ten
noorden van Hamburg, waar hij werd opgesteld bij de Marsielle-kazerne. Dit
museum verhuisde in 1994 naar de General-Steinhoff-Kaserne op het voormalige
vliegveld Gatow in het westen van Berlijn, waar een deel van de collectie in
september 1995 voor het publiek werd opengesteld. De Würzburg-Reus moest
eerst worden gerestaureerd op de luchtmachtbasis Wunstorf bij Hannover.
Volgens Oberstleutnant Ingo Fritz zal de radar deze lente op het buitenterrein van
het museum in Berlijn worden opgesteld.
Twee Würzburg-Reuzen flankeerden jarenlang de radiotelescoop van 25 meter
diameter die in 1956 aan de Dwingeloose heide in gebruik werd genomen. Zij
stonden in de oorlog echter niet in Nederland, maar op een eilandje voor de
Noorse kust. De Noorse regering verkocht hen in 1952 voor het symbolische
bedrag van één gulden per stuk aan Nederland, waar ze in 1954 naar toe werden
gebracht. De oorspronkelijke azimuthale opstelling werd veranderd in een
parallactische, waarna het tweetal in 1955 werd opgesteld op het terrein van de
Radiosterrenwacht Dwingeloo. Daar werden ze tot 1961 door astronomen van de
sterrenwacht Utrecht gebruikt voor onderzoek van de zon.
De westelijke Würzburg-Reus werd in 1991 geschonken aan het Deutsches
Museum für Naturwissenschaften und Technik in München. De installatie werd -
met behoud van de parallactische opstelling - gerestaureerd door de Bundeswehr
en vervolgens door de Technische Universiteit München voorzien van nieuwe
ontvangstapparatuur. Sinds 1997 wordt de installatie gebruikt voor
publieksdemonstraties en als oefenantenne voor de TU München. Een
informatiebord vermeldt uitvoerig de belangrijke rol die het instrument - evenals
een soortgelijke spiegel in Kootwijk - heeft gespeeld in de Nederlandse
radiosterrenkunde.
De oostelijke Würzburg-Reus in Dwingeloo verhuisde in 1962 naar het PTTstation
NERA in Nederhorst den Berg, waar hij door astronomen uit Utrecht ook
voor onderzoek van de zon werd gebruikt. In 1973 werd hij weer teruggeplaatst
op zijn sokkel in Dwingeloo en in 1989 werd het onderstel van de installatie
geschonken aan het ruimtetheater annex volkssterrenwacht Planetron bij
Dwingeloo (zie onder). Daar wordt de Reus - nu met een paraboloïde van 10
meter diameter - eveneens gebruikt voor publieksdemonstraties.
Nederhorst den Berg is een belangrijke schakel in de speurtocht naar de jarige
uit Kootwijk. Hier hebben in de jaren zestig en zeventig drie Würzburg-Reuzen
gestaan - en met de 'Noorse' uit Dwingeloo erbij zelfs eventjes vier. De drie
Nederlandse kwamen alle uit Kootwijk. Twee ervan werden door de PTT gebruikt
voor onderzoek aan de ionosfeer. Een derde, die al in Kootwijk was voorzien van
een zelfgebouwde 10-meter reflector, werd door astronomen van de Sterrenwacht
Utrecht gebruikt voor waarnemingen aan de zon. Het drietal stond op een oostwestlijn,
met de grootste in het midden.
De PTT verkocht het grootste exemplaar in 1981 aan de Volkssterrenwacht
Drenthe, die hem in 1983 opstelde op haar terrein in Emmercompascuum. Toen
deze volksterrenwacht enkele jaren later werd omgevormd tot Planetron en naar
Dwingeloo verhuisde, ging het onderstel van de Würzburg-Reus kapot. Dit werd
toen vervangen door het onderstel van de in Dwingeloo staande Würzburg-Oost
(zie boven). De radiotelescoop bij de ingang van het Planetron is dus een
combinatie van een in Kootwijk gemaakte reflector en een uit Noorwegen
afkomstige opstelling. Het is dus zeker niet de 'jarige' uit Kootwijk.
Van de twee andere, originele Würzburg-Reuzen in Nederhorst den Berg werd
het westelijke exemplaar in het begin van de jaren zeventig geschonken aan de
Volkssterrenwacht Simon Stevin in Hoeven, terwijl de oostelijke aan het einde
van de jaren zeventig naar het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon
ging. Ze staan daar, wat roestig en groen uitgeslagen, nog steeds. Het is mogelijk
dat één van hen de Würzburg-Reus is die in Kootwijk aan de wieg van de
Nederlandse radiosterrenkunde heeft gestaan, maar zeker is dat niet. Daarvoor
zouden we eerst moeten weten of deze Kootwijk-spiegel na 1955 inderdaad naar
Nederhorst den Berg is verhuisd en zo ja, of hij daar in het oosten of het westen
heeft gestaan.
Bij de link tussen Kootwijk en Nederhorst den Berg loopt het onderzoek helaas
vast. Het probleem is enerzijds dat de PTT de 'boekhouding' van haar Würzburg-
Reuzen eertijds waarschijnlijk niet goed heeft bijgehouden, of later is
kwijtgeraakt, en anderzijds dat het PTT-station NERA in Nederhorst den Berg
later is verdwenen - nu is daar de Rijksdienst voor Radiocommunicatie van het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat gevestigd. Daar komt nog bij dat niet
helemaal duidelijk is hoeveel Reuzen er aanvankelijk in Radio Kootwijk hebben
gestaan: drie (zoals de link met Nederhorst den Berg suggereert), of vier?
Een 'Kootwijk-enquête' onder oud-werknemers van Radio Kootwijk lijkt er op
te wijzen dat er in 1947/1948 drie complete Würzburg-Reuzen en één deels
gesloopt exemplaar van de kust naar Kootwijk werden gebracht. De drie complete
installaties zouden aan de zuidkant van het oorspronkelijke zenderterrein hebben
gestaan en de meest oostelijke was de installatie die door de astronomen werd
gebruikt. De deels gesloopte Würzburg werd voorzien van een zelfgebouwde
schotel van 10 meter diameter en ruim 1500 meter ten zuidoosten van het terrein
opgesteld.
De 'vergrote' Reus verhuisde later via Nederhorst den Berg naar
Emmercompascuum. Twee van de originele Reuzen zouden later naar Nederhorst
den Berg zijn gebracht en een derde zou zijn verhuisd naar Dwingeloo. Maar in
Dwingeloo is er niets wat er op wijst dat de twee 'Noorse' Reuzen daar ooit
gezelschap hebben gehad van een exemplaar uit Kootwijk. Heeft de vierde Reus
uit Kootwijk wel bestaan, of is hij het produkt van een geheugen dat na ruim
veertig jaar plaatsen en tijden door elkaar gaat halen? De radar wordt weliswaar
aangegeven op een kadastrale kaart, maar die werd pas getekend in 1987: meer
dan een kwart eeuw nadat alle radars uit Kootwijk waren verdwenen.
Hoe het ook zij: de telescoop die Nederland zijn grote naam op het gebied van
de radiosterrenkunde heeft gegeven, is nog steeds niet getraceerd. Hij zou in
Hoeven kunnen staan, of in Overloon, en misschien is hij na Kootwijk toch op de
schroothoop beland. Voorlopig staat in Duitsland het best onderhouden en
gedocumenteerde evenbeeld van de Würzburg-Riese waarmee in Nederland van
1951 tot 1955 zulk baanbrekend radio-astronomisch werk werd verricht.
Erg interessant!
In de provincie Groningen, in de driehoek Drachten , Surhuisterveen en Marum liggen de restanten van een voormalige Duitse radarstelling “ Löwe “
De radarstelling maakte deel uit van de zogenaamde himmelbett stellung die tot taak had om het luchtruim boven west Europa te bewaken tegen vijandelijke vliegtuigen .
De naam Löwe was gekoppeld aan Leeuwarden.
Vanwege de afgelegen positie werd er ook een landingsplaats voor Fiesler Storch verbindingsvliegtuigjes aangelegd.
De stelling was van het type “ tweede categorie “ wat wil zeggen dat er twee Wurzburg Riese”s ( FuSe 65 ) stonden en één Freya en er was tevens als baken voor de nachtjagers nog een leuchfeuer aan toegevoegd.
De stelling werd bezet door het luftnachrichten Regiment 201 , II Abteilung/ 12 flugmelde. Leit Kompagnie te Leeuwarden
Vanaf 2.9.1944 werd het de 14./ Luftnachtrichten Regiment 229
Er was ongeveer 200 man werkzaam in de stelling waaronder een aantal zogenaamde blitzmädels.
Begin jaren zestig werd er in verband met de aanleg van de snelweg A7 een groot deel van de stelling gesloopt waardoor er tegenwoordig een deel ten noorden en een deel ten zuiden van de snelweg ligt .
Het noordelijke deel wordt nog gebruikt als crossbaan waarbij het auswertungsgebouw voor het verwerken van de binnen gekomen gegevens als clubhuis wordt gebruikt.
Totaal staan er nog ongeveer 16 gebouwen waarvan 3 zogenaamde Tobruks , kleine betonnen schuttersputten die dienst deden voor de rondom verdediging.
Nog een paar foto's van Löwe bij Trimunt.
De twee toestellen komen waarschijnlijk van Leeuwarden.
Trouwens heb ook van het radiostation bij Spaarnedam een paar foto. Dus als er interesse voor is hoor of lees ik het wel.
Louis , weet jij wat de functie is geweest van deze twee bunkers ?
Het gaat om twee stuks van het type L 483 Unterstand für Funkmeldezentrale gebouwd omstreeks 1943 .
Mogelijk kwam dit voort uit een soort gelijke installatie die daarvoor in Ruigoord stond .
Daar zijn de meningen nogal over verdeeld, echter ik ga er van uit dat het een radiostation was. Deze info heb ik ooit van een veteraan gehoord, deze had masten gezien bij deze beide bunkers. Trouwens in de nabijheid van deze bunkers zijn twee kleinere bunkers te vinden waarop kennelijk ooit luchtgeschut stond opgesteld tegen laag vliegende toestellen. Dus kennelijk was het wel een belangrijke locatie.
Is echter wel opvallend dat het geheel buiten de vesting IJmuiden bevind, een station in Ruigoord daar heb ik nooit iets van gehoord. Trouwens de afstand naar Ruigoord is niet zover weg van deze locatie. Schiphol word ook wel eens genoemd in verhouding met deze bunkers, alleen lijkt mijn dat erg vreemd. Waarom deze bunkers hier bouwen op een moment dat het belang van Schiphol te niet was gedaan. Schiphol speelde in 1943 niet echt meer mee in de verdediging. Andere vliegvelden verder in het land hadden deze taak al overgenomen.
De twee bunkertjes in de dijk dienden voor het onderbrengen van het bedieningspersoneel aangezien de twee grote bunkers alleen de technische installatie bevatten.
Deze bunkers hadden niets van doen met de Festung IJmuiden aangezien het Luftwaffe ontwerpen waren en ook het baupunkt en latere widerstandsnest aan hen toebehoorden.
Hieronder nog twee documentjes aangaande Ruigoord .
Zowel Ruigoord als Spaarnwoude worden meestal aan Schiphol gelinkt.
Betwijfel of deze twee manschapbunkertjes gebruikt werden door het personeel wat in de beide grotere buinkers werkte. Ook al omdat in de omgeving enkele huizen aanwezig waren die daar voor gebruikt konden worden. De positie van beide kleinere bunkers doet niet denken aan zo iets, maar meer aan een functie van verblijf voor bewakingspersoneel dan wel aan een flakbunker (2 cm of vierling geschut).
Weet dat deze tot de Luftwaffe behoorde, en ook dat het geen deel uitmaakte van de Festung IJmuiden. Echter er zijn meer objecten geweest die buiten de festung lagen, maar wel dergelijk onderdeel hiervan waren. Trouwens alle drie de krijgsmacht onderdelen waren binnen de festung aanwezig.
Nu het duidelijk is dat er nog een radiostation (Ruigoord) was, nabij deze locatie. Komt er bij mijn toch een vraag naar boven. Waarom twee locaties en dan ook nog eens drie bunkers daarvoor. ?
Flakbunkers zijn het zeker niet aangezien de borstwering van Formsteine op het dak ontbreekt .
Boerderijen of andere huizen in de buurt is geen optie omdat ze tijdens een beschieting geen bescherming bieden .
De twee bunkertjes in de dijk zijn van het type Küver wohnunterstand , dus met het achtergedeelte het nachtverblijf van gestort beton ( 1,10 meter dik ) en aan de voorzijde het tagesraum van baksteen.
Deze bunkertjes waren voor het onderbrengen van 6 a 8 man.
Zover bekent waren er binnen de Festung IJmuiden geen Luftwaffe troepen gelegerd.
Het is ook niet aan te tonen dat Ruigoord en Spaarnwoude beide actief waren in dezelfde periode.
Quote: Van de L487 (Zander)is bekend dat de bunker nooit is afgebouwd , de enigste gebruiker is een padvinders groep die bunker enige jaren na de oorlog als onderkomen gebruikte.
Jan,
Ik zie op verschillende sites deze quote terug komen; meestal als onderdeel van dezelfde tekst die van jou is gekopieerd. Ik heb eerder van iemand gehoord dat hij ook dacht dat deze bunker nimmer in gebruik is geweest. Zelf lijkt het me niet zo logisch dat een stelling ordnung2 als Biber en Tiger, met functionerende L487's, ondergeschikt waren aan Zander ordnung1 waar dat nooit het geval zou zijn geweest.
Kun jij aangeven waarop het nooit functioneren van de L487 Zander gebaseerd is?
Mart
Hallo Mart
Ik ben zelf in de L487 van Zander geweest en zag dat er geen deuren , overdrukventielen en andere stalen pantserdelen waren geplaatst .
Tevens heb ik daar in de kleine Seeburgbunker bezocht waar ik veel van de inrichting vond op de vloer incl. glasscherven van de Seeburgtisch.
De bouw van de L487 Bertha begon laat in de oorlog.
Bedankt Jan voor je uitleg.
Mogelijk is er een gebrek aan materiaal geweest. Wat ik begrijp is dat de bouw pas in oktober 1943 is gestart; dat is een jaar later dan bijvoorbeeld de L487 in Biber (maar op zich was er tijd genoeg om hem in gebruik te nemen).
Hoewel, uit het filmpje van de Zandvoortse Bunkerploeg blijkt dat er toch op plaatsen nog stalen deuren, luiken en pantserplaten voor de nabij verdediging zitten . Aan de andere kant geeft de bunker echter een veel te "schone" indruk. Alsof hij nog opgeleverd moest worden. (of hij is heel keurig leeggeplunderd). Boeiend.
Als het mag wil ik toch over nog iets anders van je uitgebreide kennis gebruik maken.
Hoe werd deze reusachtige bunker verwarmd? Kleinere bunkers hadden kachels maar ik neem aan dat dat bij de L487 niet het geval was.
Groetjes,
Mart
Grote commandobunkers waar de L487 ook onder viel werden warm gestookt met een cv ketel .
Dit soort bunkers hadden een eigen stookruimte voor een olie gestookte cv ketel .
Kleinere bunkers waren voorzien de bekende bunkerkachels van het type WT80K veelal gemaakt bij de firma Haas.
@Jan Wullink
Prachtige en interessante info over het Funkmessgebeuren in NH. Heb ik nooit eerder gezien en ben heel geinteresseerd naar je bronnen.
Misschien kunnen we daar eens over mailen.
bye
Rene
info@luchtoorlog.net