-
4 Bijlage(n)
Max - Bergen aan Zee
Max behoorde als Funkmessgerätestellung tot de 3e ordnung en bestond uit een stalen vakwerkmast van het type Wassermann L ( leicht )
De mast bestond uit drie delen en had een hoogte van 36 meter en een bereik van 280 km.
De installatie stond op een beton sokkel en was voorzien van vier tuikabels waardoor het geheel 360 graden kon draaien.
De stelling behoorde toe aan de Luftwaffe en had als taak voor vroege waarneming tegen vijandelijke vliegtuigen.
Vooral grote formaties bommenwerpers met als doel Duitsland werden door dit type radar vroeg gezien.
De installatie werd gebouwd ter hoogte van het Koepelduin en operationeel op 3 maart 1942.
De bezetting bestond uit , 3 onderoff. , en 33 manschappen voor de bediening van de installatie
De locatie werd aangeduid als Baupunkt 58 ( mogelijk Stp. XVIII H.L. )
Op 28 april 1943 werden er twee ständige bunkers gepland ten behoeve van de apparatuur en het personeel , namelijk een 661 ( unterstand. für verwundetensammelstelle ) baunr. L CL12034
Deze bunker moest eigenlijk een 622 worden ( de bunker werd later alsnog gepland maar nooit gebouwd )
En een L 435A ( unterstand für ein leichte flaktrupp ) baunr. LCL.12035
Of de bunkers daadwerkelijk zijn gebouwd is tot op heden niet bekend .
1. 2. 3.) Deze foto's maken deel uit van een serie van tien stuks en zijn gemaakt op 21 augustus 1944 door een Britse fotoverkenner.
4.) BRV tekening.
5.) schets van de installatie van uit zee gezien.
-
3 Bijlage(n)
Raum 4 - Toldijk
Toldijk ligt aan de weg van Doetichem naar Zutphen .
Er was één van de vele radarstations gevestigd , die voor de "grossraume " ( Raum 4 , dat weer in vier sectoren - a t/m d - was onderverdeeld ) van de Kammhuberlinie werden aangelegd.
Met het afnemen van de betekenis van deze Henaja (helle
nagdjagd ) drempel raakten ook de daaraan gekoppelde radarstations in onbruik .
Het station in Toldijk beschikte naar alle waarschijnlijkheid over twee Wurzburgs en een Freya .
Het stond in verbinding met het gevechtsleidingscentrum "t kraaiennest ", gelegen tussen Doetichem en Zelhem.
Toldijk en "t kraaiennest werden in juni 1944 gesloten .
De bemaning van de laatste vestiging , waaronder een dertigtal helferinnen , werd overgeplaatst naar het Fluko in Doetinchem , dat enkele maanden later in de beginfase van de luchtlandingen bij Arnhem een uiterst belangrijke rol zou spelen .
Tegenwoordig staan er alleen nog twee betonsokkels van de Wurzburg Riese aan de Beekstraat en één bij de Voortseweg .
Naast de boerderij aan de Voortseweg staat tevens nog een gebouw zonder dak waar de gegevens werden verwerkt.
-
3 Bijlage(n)
Hase - Harderwijk.
Hase in Harderwijk was één van de eerste radarstations die in gebruik werd genomen in Nederland als onderdeel van de Himmelbett verfahren.
De aanleg begon in januari 1942 en bestond uit een Wurzburg Riese ( FuSe 65 ) en een Freya Fahrstuhl ( FuMo 401 )
Bij de installaties bouwde men een aantal houten barakken en een stenen keukengebouw.
De gehele installatie werd beheerd door de 14./Flugmeldeleitkompagnie III ./LnRgt 201
Binnen het systeem van de Himmelbett coderingen kreeg het LwNr. 20.
In juni 1944 werd de stelling uitgebreid met nog een Freya ( echter geen Fahrstuhl.) , een tweede Wurzburg , 1 Jagdschloss en twee Y peilers .
Door deze opwaardering van deze apparatuur werd het een radar stelling van de 1e Ordnung waarbij tevens het personeel werd vervangen door leden van de 21./Flugmeldeleitkompagnie III /LNRgt.233 met feldpstnr. 49551.
De stelling werd verlaten in april 1945.
Tegenwoordig loopt een deel van de snelweg A28 over het gebied van de radar stelling en zijn vlak langs de snelweg de beton sokkel van de Wurzburg Riese en de fundatie ring van de Freya Fahrstuhl nog aanwezig.
-
2 Bijlage(n)
Samenstelling van het luftnachrichten Regiment 223 en hun radarstations .
-
1 Bijlage(n)
In het oorlog en verzetsmuseum te Overloon staat deze Wurzburg Riese radar , waar deze radar tijdens de oorlog gestaan heeft is niet bekend.
De sokkel is niet origineel maar een toevoeging van het museum.
-
1 Bijlage(n)
Er hebben aardig wat Wurzburg's een zwervend bestaan gehad in Nederland.
Würzburg-Riese was tijdens de Tweede Wereldoorlog het Duitse codewoord voor
de in 1941 door Telefunken in Berlijn ontwikkelde radarinstallatie FuMG 65. Het
15 ton zware gevaarte had een paraboolspiegel van 7,5 meter diameter (gebouwd
door de Zeppelinfabrieken in Friedrichshafen), die draaibaar was opgesteld rond
een elevatie- en een azimuthas. Hij werd bediend door zes man. Met deze
installatie, die op een golflengte van 54 centimeter werkte en tot op een kwart
graad nauwkeurig kon worden ingesteld, werd de afstand, richting en hoogte
vastgesteld van vliegtuigen tot op 70 kilometer ver. De Reus was in feite de
grotere broer van kleinere Würzburg-parabolen met een geringer afstandsbereik.
Tijdens de oorlog werden naar schatting 1500 van deze reuzen gebouwd. Zij
vormden een belangrijk onderdeel van de zogeheten Atlantikwall, de Duitse
verdedigingslinie langs de kust tussen Frankrijk en Noorwegen, en als zodanig
hebben zij bijgedragen tot het verlies van vele geallieerde vliegtuigen boven
West-Europa. Langs de Nederlandse kust stonden ongeveer veertig van zulke
radarinstallaties, meestal paarsgewijs: één voor het volgen van het vijandelijke
doel en één voor het geleiden van de eigen nachtjagers.
De meeste radarinstallaties verdwenen kort na de oorlog in de smeltovens, maar
enkele werden gered, omgebouwd en gebruikt voor wetenschappelijke
doeleinden. Zo installeerde de Radiodienst van de PTT er enkele op haar
zendstation Radio Kootwijk voor het onderzoek naar de voortplanting van
radiogolven. Eén van die Würzburgs werd in 1948 'uitgeleend' aan de Stichting
Radiostraling van Zon en Melkweg, die hem geschikt maakte voor het detecteren
van de voorspelde 21-centimeterstraling uit het melkwegstelsel.
De Würzburg-Reus met de best gedocumenteerde levensloop is die welke
jarenlang door TNO in Den Haag is gebruikt. Hij stond in de oorlog op het eiland
Rozenburg en werd in 1947 als 'krijgsbuit' naar de Vlakte van Waalsdorp gehaald
ten behoeve van het Physisch Laboratorium der Rijksverdedigings-Organisatie.
De radar werd eerst gebruikt voor onderzoek aan de voorplanting van radiogolven
(in samenwerking met bovengenoemde SRZM) en later voor de ontvangst van de
signalen van weer- en communicatiesatellieten. In 1965 werd met de Würzburg-
Reus een telegrafieverbinding tot stand gebracht met Puerto Rico, waarbij de
maan als reflector fungeerde.
In 1977 werd de radar geschonken aan het Luftwaffenmuseum in Appen, ten
noorden van Hamburg, waar hij werd opgesteld bij de Marsielle-kazerne. Dit
museum verhuisde in 1994 naar de General-Steinhoff-Kaserne op het voormalige
vliegveld Gatow in het westen van Berlijn, waar een deel van de collectie in
september 1995 voor het publiek werd opengesteld. De Würzburg-Reus moest
eerst worden gerestaureerd op de luchtmachtbasis Wunstorf bij Hannover.
Volgens Oberstleutnant Ingo Fritz zal de radar deze lente op het buitenterrein van
het museum in Berlijn worden opgesteld.
Twee Würzburg-Reuzen flankeerden jarenlang de radiotelescoop van 25 meter
diameter die in 1956 aan de Dwingeloose heide in gebruik werd genomen. Zij
stonden in de oorlog echter niet in Nederland, maar op een eilandje voor de
Noorse kust. De Noorse regering verkocht hen in 1952 voor het symbolische
bedrag van één gulden per stuk aan Nederland, waar ze in 1954 naar toe werden
gebracht. De oorspronkelijke azimuthale opstelling werd veranderd in een
parallactische, waarna het tweetal in 1955 werd opgesteld op het terrein van de
Radiosterrenwacht Dwingeloo. Daar werden ze tot 1961 door astronomen van de
sterrenwacht Utrecht gebruikt voor onderzoek van de zon.
De westelijke Würzburg-Reus werd in 1991 geschonken aan het Deutsches
Museum für Naturwissenschaften und Technik in München. De installatie werd -
met behoud van de parallactische opstelling - gerestaureerd door de Bundeswehr
en vervolgens door de Technische Universiteit München voorzien van nieuwe
ontvangstapparatuur. Sinds 1997 wordt de installatie gebruikt voor
publieksdemonstraties en als oefenantenne voor de TU München. Een
informatiebord vermeldt uitvoerig de belangrijke rol die het instrument - evenals
een soortgelijke spiegel in Kootwijk - heeft gespeeld in de Nederlandse
radiosterrenkunde.
De oostelijke Würzburg-Reus in Dwingeloo verhuisde in 1962 naar het PTTstation
NERA in Nederhorst den Berg, waar hij door astronomen uit Utrecht ook
voor onderzoek van de zon werd gebruikt. In 1973 werd hij weer teruggeplaatst
op zijn sokkel in Dwingeloo en in 1989 werd het onderstel van de installatie
geschonken aan het ruimtetheater annex volkssterrenwacht Planetron bij
Dwingeloo (zie onder). Daar wordt de Reus - nu met een paraboloïde van 10
meter diameter - eveneens gebruikt voor publieksdemonstraties.
Nederhorst den Berg is een belangrijke schakel in de speurtocht naar de jarige
uit Kootwijk. Hier hebben in de jaren zestig en zeventig drie Würzburg-Reuzen
gestaan - en met de 'Noorse' uit Dwingeloo erbij zelfs eventjes vier. De drie
Nederlandse kwamen alle uit Kootwijk. Twee ervan werden door de PTT gebruikt
voor onderzoek aan de ionosfeer. Een derde, die al in Kootwijk was voorzien van
een zelfgebouwde 10-meter reflector, werd door astronomen van de Sterrenwacht
Utrecht gebruikt voor waarnemingen aan de zon. Het drietal stond op een oostwestlijn,
met de grootste in het midden.
De PTT verkocht het grootste exemplaar in 1981 aan de Volkssterrenwacht
Drenthe, die hem in 1983 opstelde op haar terrein in Emmercompascuum. Toen
deze volksterrenwacht enkele jaren later werd omgevormd tot Planetron en naar
Dwingeloo verhuisde, ging het onderstel van de Würzburg-Reus kapot. Dit werd
toen vervangen door het onderstel van de in Dwingeloo staande Würzburg-Oost
(zie boven). De radiotelescoop bij de ingang van het Planetron is dus een
combinatie van een in Kootwijk gemaakte reflector en een uit Noorwegen
afkomstige opstelling. Het is dus zeker niet de 'jarige' uit Kootwijk.
Van de twee andere, originele Würzburg-Reuzen in Nederhorst den Berg werd
het westelijke exemplaar in het begin van de jaren zeventig geschonken aan de
Volkssterrenwacht Simon Stevin in Hoeven, terwijl de oostelijke aan het einde
van de jaren zeventig naar het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon
ging. Ze staan daar, wat roestig en groen uitgeslagen, nog steeds. Het is mogelijk
dat één van hen de Würzburg-Reus is die in Kootwijk aan de wieg van de
Nederlandse radiosterrenkunde heeft gestaan, maar zeker is dat niet. Daarvoor
zouden we eerst moeten weten of deze Kootwijk-spiegel na 1955 inderdaad naar
Nederhorst den Berg is verhuisd en zo ja, of hij daar in het oosten of het westen
heeft gestaan.
Bij de link tussen Kootwijk en Nederhorst den Berg loopt het onderzoek helaas
vast. Het probleem is enerzijds dat de PTT de 'boekhouding' van haar Würzburg-
Reuzen eertijds waarschijnlijk niet goed heeft bijgehouden, of later is
kwijtgeraakt, en anderzijds dat het PTT-station NERA in Nederhorst den Berg
later is verdwenen - nu is daar de Rijksdienst voor Radiocommunicatie van het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat gevestigd. Daar komt nog bij dat niet
helemaal duidelijk is hoeveel Reuzen er aanvankelijk in Radio Kootwijk hebben
gestaan: drie (zoals de link met Nederhorst den Berg suggereert), of vier?
Een 'Kootwijk-enquête' onder oud-werknemers van Radio Kootwijk lijkt er op
te wijzen dat er in 1947/1948 drie complete Würzburg-Reuzen en één deels
gesloopt exemplaar van de kust naar Kootwijk werden gebracht. De drie complete
installaties zouden aan de zuidkant van het oorspronkelijke zenderterrein hebben
gestaan en de meest oostelijke was de installatie die door de astronomen werd
gebruikt. De deels gesloopte Würzburg werd voorzien van een zelfgebouwde
schotel van 10 meter diameter en ruim 1500 meter ten zuidoosten van het terrein
opgesteld.
De 'vergrote' Reus verhuisde later via Nederhorst den Berg naar
Emmercompascuum. Twee van de originele Reuzen zouden later naar Nederhorst
den Berg zijn gebracht en een derde zou zijn verhuisd naar Dwingeloo. Maar in
Dwingeloo is er niets wat er op wijst dat de twee 'Noorse' Reuzen daar ooit
gezelschap hebben gehad van een exemplaar uit Kootwijk. Heeft de vierde Reus
uit Kootwijk wel bestaan, of is hij het produkt van een geheugen dat na ruim
veertig jaar plaatsen en tijden door elkaar gaat halen? De radar wordt weliswaar
aangegeven op een kadastrale kaart, maar die werd pas getekend in 1987: meer
dan een kwart eeuw nadat alle radars uit Kootwijk waren verdwenen.
Hoe het ook zij: de telescoop die Nederland zijn grote naam op het gebied van
de radiosterrenkunde heeft gegeven, is nog steeds niet getraceerd. Hij zou in
Hoeven kunnen staan, of in Overloon, en misschien is hij na Kootwijk toch op de
schroothoop beland. Voorlopig staat in Duitsland het best onderhouden en
gedocumenteerde evenbeeld van de Würzburg-Riese waarmee in Nederland van
1951 tot 1955 zulk baanbrekend radio-astronomisch werk werd verricht.
-
-
12 Bijlage(n)
Löwe - Trimunt.
In de provincie Groningen, in de driehoek Drachten , Surhuisterveen en Marum liggen de restanten van een voormalige Duitse radarstelling “ Löwe “
De radarstelling maakte deel uit van de zogenaamde himmelbett stellung die tot taak had om het luchtruim boven west Europa te bewaken tegen vijandelijke vliegtuigen .
De naam Löwe was gekoppeld aan Leeuwarden.
Vanwege de afgelegen positie werd er ook een landingsplaats voor Fiesler Storch verbindingsvliegtuigjes aangelegd.
De stelling was van het type “ tweede categorie “ wat wil zeggen dat er twee Wurzburg Riese”s ( FuSe 65 ) stonden en één Freya en er was tevens als baken voor de nachtjagers nog een leuchfeuer aan toegevoegd.
De stelling werd bezet door het luftnachrichten Regiment 201 , II Abteilung/ 12 flugmelde. Leit Kompagnie te Leeuwarden
Vanaf 2.9.1944 werd het de 14./ Luftnachtrichten Regiment 229
Er was ongeveer 200 man werkzaam in de stelling waaronder een aantal zogenaamde blitzmädels.
Begin jaren zestig werd er in verband met de aanleg van de snelweg A7 een groot deel van de stelling gesloopt waardoor er tegenwoordig een deel ten noorden en een deel ten zuiden van de snelweg ligt .
Het noordelijke deel wordt nog gebruikt als crossbaan waarbij het auswertungsgebouw voor het verwerken van de binnen gekomen gegevens als clubhuis wordt gebruikt.
Totaal staan er nog ongeveer 16 gebouwen waarvan 3 zogenaamde Tobruks , kleine betonnen schuttersputten die dienst deden voor de rondom verdediging.
-
3 Bijlage(n)
Nog een paar foto's van Löwe bij Trimunt.
De twee toestellen komen waarschijnlijk van Leeuwarden.
-
Trouwens heb ook van het radiostation bij Spaarnedam een paar foto. Dus als er interesse voor is hoor of lees ik het wel.