1 Bijlage(n)
Poststukken, zegels en luchtvaart souvenirs
Voor de doop van 'onze' Bea in '38, verscheen Leopold 3 op Ypenburg met dezelfde 'B7'.
Hoe zij beiden geheel gekleed uit dit vliegtuig zijn uitgepeld vermeldt de foto niet.
En of hij daadwerkelijk aan het levier zat ook niet.
Voor een bezoekend staats-doop bezoek is het in ieder geval wel een bijzonder toestel om koninklijk mee rond te toeren...
Bijlage 24074
http://proxy.handle.net/10648/6c2e72...c-003048944028
Tracker.
5 Bijlage(n)
Brian Sanders schildert vliegtuigjes voor de Marshall eilanden ( Deel 1)
De Marshalleilanden (houdt het vergrootglas bij de hand als je het op de wereldbol zoekt) liggen ongeveer tussen Nieuw Guinea en Hawaï in de ‘Pacific’.Het grootste eiland heet Bikini, waarnaar het scherp gesneden badpakje is genoemd en waar 24 proeven met atoombommen werden genomen. Maar dat heeft dus niets met ons verhaal te maken. Als je alle atollen en eilanden tegen elkaar aanlegt heb je ongeveer 181 vierkante km, de oppervlakte van een Nederlandse provincie. Samen met de federale staten van Micronesia en de republiek van Palau zijn ze geassocieerd met de Verenigde Staten, de z.g. ‘Compact of Free Association’. Dat houdt in dat ze van de V.S. een flinke zak met geld krijgen en dat de V.S. daarvoor hun militaire basissen en invloed mogen houden. Er zijn ongeveer 65.000 inwoners, dus ongeveer het aantal van een gemiddelde Nederlandse provinciestad. De voertaal is Engels, de munteenheid is de Amerikaanse dollar. Vanaf 2007 valt het eilandenrijk onder de Amerikaanse postwet, m.a.w. de frankering vanuit de U.S. is gelijk aan die van de binnenlandse post in Amerika en de eilanden hebben Amerikaanse zip en postcodes.
De republiek heeft echter de bevoegdheid zelf postzegels uit te geven en maakt daarvan dan ook noest gebruik. Als je in de catalogus kijkt zijn er jaarlijks een flinke portie zegels op naam van de ‘Marshall Islands’. Laten we maar zeggen een heel flinke portie met afbeeldingen van exotische zeeschelpen, prachtige tropische vissen, historische windjammers en veel dramatische scènes uit de 2e wereldoorlog. Van de laatste een voorbeeld:
Bijlage 24323
Deze zegels moeten voor het land leuke neveninkomsten opleveren. Jaarlijks worden er zo’n 25 setjes uitgegeven (meestal van 1 tot 4 stuks), plus de z.g. FDC’s
Hier een voorbeeld van een FDC: (De illustrator Brian Sanders die deze postzegels ontworpen heeft, is gek op Stuka duikbommenwerpers. Hij beeldt ze, te pas en te onpas, af op de door hem ontworpen oorlogssituaties.)
Bijlage 24324
Er zijn heel veel oorlogssituaties geschilderd door (de nu 80jarige) Brian Sanders, een illustrator die zijn kennis van grafisch werk in de loop der jaren behoorlijk heeft uitgebreid. Zoals het bij een vakbekwame schilder behoort, exposeerde hij in verschillende musea o.a. in het Imperial War Museum. Hij maakte honderden illustraties voor pocket book covers, bouwdozen, lucifersdoosjes etc. Hij ontwierp postzegels voor o.a. de Britse posterijen, de kanaal-eilanden, waaronder het eiland Man, en veel voor de Marshall Eilanden. In totaal meer dan 50 sets. De Marshall eilanden laten hun postzegels produceren, drukken, adverteren en uitgeven in Amerika door een particuliere organisatie Unicover Corporation in Wyoming, die reclame maken onder het motto: ‘serving stamp collectors throughout the World, waaruit je kunt concluderen dat ze hoofdzakelijk voor de filatelisten gemaakt worden. Die uitgeverij handelt en verkoopt voor verschillende post administraties over de hele wereld rechtstreeks aan de handel en verzamelaars.
Terug naar Mr. Sanders. Hier kun je zien hoe hij te werk gaat. Hij maakt eerst een echt olieverf werk, wat hij later verkoopt:
Bijlage 24325
Terug naar Mr. Sanders. Hier kun je zien hoe hij te werk gaat. Hij maakt eerst een echt olieverf werk, wat hij later verkoopt:
Bijlage 24326
En de gescheiden postzegel nog op een FDC plakken met een eerste dag stempel:
Bijlage 24327
(wordt vervolgd)
2 Bijlage(n)
Brian Sanders schildert vliegtuigjes voor de Marshall eilanden ( Deel 2)
Soms neemt onze Brian (gek op Stuka’s, weet je nog wel?) met de geschiedenis een loopje. Kijk maar:
Bijlage 24328
Deze postzegel toont een, voor oudere Rotterdammers, bekende plek; de Oude Haven, Plan C, in de verte het torentje van het oude stadhuis en rechts onder de Roobrug over de Nieuw Haven. ‘So far, so good’, zoals de rechter foto laat zien. Maar die ‘Stuka’! Daar deugt geen moer van. Het bombardement van Rotterdam in 1940 werd uitgevoerd door Heinkel H-111 tweemotorige bommenwerpers van Kampfgeschwader 54 "Totenkopf" en die vlogen veel hoger dan de postzegel suggereert.
Bijlage 24329
Ik neem met de geschiedenis ook een loopje, met het tonen van deze foto van een Casa 2.111. De kiek werd door mij genomen op de tentoonstelling ‘De Aanval’ waar men suggereerde dat dit ’n Heinkel He 111 is. Het doet er natuurlijk niet toe, maar die krengen van Herr Heinkel gooiden wel hun bommen (bijna) op mijn hoofd. Jan
PS. Het kan best zijn dat ik dit onderwerp al eens eerder behandeld heb. (Ik heb nog gezocht doch verder niets gevonden)
3 Bijlage(n)
Henry Farman begint met 100 meter
Farman behoeft geen nadere introductie. Het heeft geen zin om Farman’s levensverhaal te vertellen. Met een klik op Google geeft Wikipedia alle bijzonderheden. Hij kocht o.a. als eerste een vliegtuig van Voisin, veranderde een paar details en zette er met grote letters FARMAN op. Dat weer wel…
Hij is één van de bekendste ’aviateurs’ uit de beginperiode van de luchtvaart. Hij was de eerste die een afstand van 100 meter aflegde. In 1971 brachten de Franse posterijen deze bijzonder fraaie postzegel uit die dat feit herdacht:
Bijlage 24391
Op internet staat een (hele bekende) foto die dat moment vastlegde. Thijs Postma kopieerde het op een van zijn schilderijen. Hij gaf me toestemming om jullie dit plaatje te laten zien. De tekenaar van de postzegel kende de foto kennelijk ook. Hij husselde alles een beetje door elkaar, de mannetjes, het vlaggetje en het vliegtuigje en kreeg het gewenste resultaat. Hier de originele foto en het werk van meester Postma:
Bijlage 24392
Bijlage 24393
Dus het moment werd op 3 verschillende manieren vastgelegd. Men zwaaide vrolijk met de hoeden om de koene vliegenier aan te moedigen.JanJr.
5 Bijlage(n)
Henry Farman's eerste reis per vliegtuig
Farman startte een vliegschool in Châlons sur Marne. In maart 1908 liet hij het toestel opnieuw bedekken met met een nieuw type doek, installeerde een 50 pk Renault er op en noemde het de 'Farman 1bis'.
Bijlage 24412
Hij maakte hiermee op 30 oktober 1908 de eerste 'cross country' vlucht in Frankrijk:
Bijlage 24413
De tekst op de kaart vertaald:
Op 30 October 1908 ging Henry Farman op weg van Camp de Chalôns naar Reims (17 kilometer) in 17 minuten.
Gemiddelde snelheid 95 km/uur
Bij Sept-Saulx ging hij over de ‘grote populieren’.
Gezien de duidelijkheid van het vliegtuigje mag men veronderstellen dat het hier om ‘photo shopping’ gaat.
Nu nog een ansichtkaart van een Voisin of Farman boven Parijs:
Bijlage 24414
Ook hierop is wat knip en plakwerk te zien, denk ik. De tijd van telelenzen moest nog aanbreken.
Tot slot nog een mooie postzegel van Monaco:
Bijlage 24416
en nog een fraaie Franse uit 1971 die een latere Farman laat zien.
Bijlage 24415
Dat was Henry Farman dan. JanJr.
5 Bijlage(n)
1973 martin-marietta x-24b lifting body
Bij een bezoek aan Edwards Airforce Base, (toen al Dryden Research Centre) California kon men een grote variëteit van souvenirs kopen. Van een van die herinneringen kocht ik een aantal enveloppen welke allemaal op de X-24B ‘Lifting Body’ betrekking hebben. NASA en de US Airforce ontwikkelden een serie vliegtuigen zonder noemenswaardige vleugels waarvan de romp het grootste draagvermogen zou geven. Dit diende hoofdzakelijk om de vorm van de latere ‘space shuttle’ te bepalen. Het laatste model van deze serie was de X-24B. Het belangrijkste doel was om te testen of men met het toestel een zweefvlucht kon uitvoeren en dat het niet als een baksteen uit de lucht zou komen vallen.
Hier een foto met van het ‘til-lichaam’ met de 6 piloten die het ding vlogen: (Alle foto’s zijn van NASA)
Bijlage 24630
Van links naar rechts: Einar Enevoldson, John Manke, Francis R. Scobee, Tom McMurtry, Bill Dana, and Mike Love.
Van John Manke heb ik twee enveloppen, waarop van twee vluchten de details gegeven worden:
Bijlage 24631
Bijlage 24632
Dit zijn echt geen post stukken in die zin dat de vluchtgegevens uiteraard pas na de vlucht konden worden vermeld. Het datum stempel moet er dus later zijn opgezet. Daar de covers nooit verzonden werden, had men zich dus de moeite kunnen besparen er postzegels op te plakken.
John A. Manke was een test vlieger, hoofd van de vliegoperaties en manager van NASA’s Flight Research Center. Hij maakte 42 vluchten in de ‘lifting bodies’, naast de X-24B ook de X-24A, HL-10 en de M2-F3.Bij dit alles heeft hij het leven er vanaf gebracht, wat veel van zijn collega’s niet kunnen zeggen. Hij maakten met deze X-planes glij- en motorvluchten en behoorde ongetwijfeld bij de ‘right stuff’.
Bijlage 24634
Binnenkort meer over een paar confraters van Manke die het uit eindelijk niet zo goed er van afbrachten. JanJr
PS Sorry voor de krankzinnige vergroting. Ik weet niet hoe ik haar weg moet krijgen.