Na bewezen dienst van het vliegtuig tijdens de eerste wereldoorlog begon ook Nederland te kijken naar hoe men het luchtruim kon verdedigen .
Rond Amsterdam verschenen er in 1927 drie luchtdoel batterijen bestaande uit 10,5 cm semi automatische No 2 kanonnen uit voormalige marine bestanden.
Elke batterij had de beschikking over drie vuurmonden zodat er totaal 9 stukken geschut rond
Amsterdam werden opgesteld.
De batterijen werden op de volgende plaatsen opgesteld ; bij Halfweg langs de spoorlijn van Amsterdam naar Haarlem , op het glacis van fort Pampus en aan de liniewal van de Geindijk bij het fort Nigtevecht.
Vanwege het probleem tijdens het laden van het geschut als het onder een hoek van 45 graden stond werd het geschut op een verhoogde sokkel geplaatst.
Door slijtage van de loop en de daardoor beperkte levensduur van het geschut werden de batterijen al in 1933 opgeheven en verwijdert.
Tegenwoordig zijn op Pampus de betonnen funderingen alle drie nog aanwezig , bij Halfweg zijn ook nog alle drie betonnen funderingen inclusief de verhoogde sokkels aanwezig.
Bij Nigtevecht zijn mogelijk nog alle drie fundaties aanwezig maar die zijn op dit moment niet meer zichtbaar.


Technische gegevens geschut.


type ; scheepsgeschut afkomstig van de marine – hard staal.
Kaliber ; 3,7 inch ( 94 mm )
mondingssnelheid ; 900 meter per seconde.
Munitie ; type g met tijdbuis.
Max. dracht ; 8000 meter.
Bediening ; 1 korporaal ( stuks commandant ) en 3 kanonniers.


  1. Semi automatische No. 2.
  2. één van de drie sokkels bij halfweg.
  3. Google Earth beeld waarop duidelijk de drie fundaties bij Halfweg te zien zijn.
  4. Alle drie de betonnen fundaties op fort Pampus liggen nog op het buiten glacis.