Huub,
Het is zeker dat geld een belangrijke factor is in het aquisitiebeleid van een museum. Je kunt je centen meer eenmaal uitgeven. Ik kan niet in de portemonnaie van de Aviodrome kijken en weet ook niet wat men voor deze bouwdoos heeft betaald. Maar kosten zijn relatief, omdat er diverse manieren zijn de kosten binnen de perken te houden.
Als men zou bepalen dat die WW1 expositie niet deze zomer, maar bijv. over een paar jaar geopend wordt, heeft men tijd om te organiseren, fondsen te werven en hard te gaan bouwen aan volwaardige luchtwaardige reproductie. Meer tijd betekent meer mogelijkheden en spreiding van kosten.
Zo overweeg ik voor mijn volgende replicaproject aan crowdfunding te gaan doen. Je leunt dan weliswaar op de goedheid van anderen, die daarvoor best iets terug mogen vragen, maar je maakt een dergelijk project wel financieel haalbaar.
Mijn indruk is dat dat de nieuwe Aviodrome eigenlijk geen belang heeft bij een zorgvuldige verbeelding van de vaderlandse luchtvaarthistorie.
Ik vermoed dat de huidige leiding van het attractiepark zich erg richt op de hele korte termijn. Zoals het nu op mij overkomt is het een hap-snap operatie en dus met hap-snap maatregelen, zoals de V.2.
Tot mijn ontsteltenis had men na de overname door Libéma geen stuiver meer over voor het afbouwen van de Fokker S.IV. Een project, waar mijn team jarenlang aan heeft gewerkt, kwam stil te liggen. De vrijwilligers waren eerder tevreden met hun schamele reiskostenvergoeding en werkten als bezetenen om de kist (vlieg)klaar te krijgen. En kijk eens hoe hij er nu bij staat.
Onderhoud van en het restaureren van historische vliegtuigen, alsmede de bouw van replica’s ziet de Aviodrome slechts als een middel om het grote doel te bereiken. En dat is meer betalende bezoekers langs de kassa te zien lopen. En dat terwijl eigenaar Libéma op haar website verkondigt te doen aan ‘Cultuuroverdracht en cultuurbehoud’.

Hier laat ik het bij.