Weergegeven resultaten: 1 t/m 8 van 8

Discussie: Over drie incidenten in februari 1938.

  1. #1

    Standaard Over drie incidenten in februari 1938.

    Met dank aan Herman Dekker en zijn onafzienbare Luchtvaart ongevallen lijsten het volgende:

    Ik was op zoek naar het 'Takens sportvliegtuig' dat op Java was gebouwd, maar op enig moment 'door zijn pootjes was gezakt', aldus de tekst.

    Maar ik liep tegen iets heel anders aan:

    Onder elkaar op één bladzijde in de verzameling “Ongevallen en Incidenten in 1938” vond ik drie berichten die voor de lezer volkomen los van elkaar staan.
    Toch is er iets mee, voor mij althans.

    Geografisch gaat het respectievelijk over De Kooy, Bandoeng en Eelde.
    Dat leidt tot niets.
    Nee. Het gaat om de personen die betrokken zijn bij de drie incidenten.

    Het betreft het hier onder vermelde drietal.


    1

    06.02.1938 PH-44 R.R.G. Zögling = De Kooy
    Tijdens het vliegen van het circuit liet de bestuurder de snelheid te veel teruglopen.
    Toen hij dan ook indraaide vanaf het dwarswindbeen, overtrok de binnenvleugel en gleed het vliegtuig af.
    Linkervleugel gebroken, achterromp ernstig beschadigd.
    Bestuurder: J.J. Jimmink.

    2

    12.02.1938 PH-ALV Douglas DC-3-194B 1943 Singapore(9V)
    Op de thuisreis ontstond hier een motorprobleem. Op 16/2 weer te Bandoeng teruggekeerd en op 19/2 alsnog vertrokken naar Nederland.
    Gezagvoerder: H.A.A. Kooper. Co-piloot: A.K. Bosman. Boordwerktuigkundige: C. Spaans.
    Marconist: C. van Brugge. Steward: J. de Visser.

    Het Vaderland hield de positie van De Postvliegers
    nauwkeurig bij. Dit bericht komt uit de krant
    van 13.2.1938. (KB)


    3

    13.02.1938 PH-AIB Pander EF 85 Eelde
    De bestuurder had een oefenvlucht gemaakt voor zijn M-brevet. Toen hij terugtaxiede naar de hangaar werd het toestel door een windvlaag op de neus gezet.
    Propeller gebroken.
    Bestuurder: J.H. Schade.

    De schade werd door de heer Schade én door de NV NLS gemeld.
    -------------

    Tot zover de de lijst.

    "Er is iets mee voor mij", schreef ik boven.
    Ik zal het uitleggen:


    Blokje een.

    Het betreft de Helderse Zweefvliegclub, de ZCH.

    J J Jimmink had een kraakje in 1938 met de Zögling van de club.
    De Zögling was een ESG, een Einheits Schul Gleiter.
    J J Jimmink was allesbehalve 'einheits'.
    Hij was een boer in de boerste Kop-van-Noord Hollandse zin.

    Als jongeling heb ik hem meegemaakt in de na-oorlogse ZCH, in 1956.
    Hij had weinig vorderingen gemaakt in de 18 jaren sinds zijn kraakje met de ESG.
    Hij vloog nu op de Grunau Baby, anders was er niet, en maakte spannende 4 of 5 minuten vluchtjes, bij gebrek aan thermiek ter plaatse.
    Maar dat deden we toen nog allemaal eigenlijk.

    Hij bezat een ongebreideld enthousiasme, dat hij luid en duidelijk uitte.
    Vooral luid.
    De heren Marine-officieren op de club, en dat vormde dan weer een clubje op zich, hadden niet geringe moeite met de man.

    JJJ (ja, in zijn eentje), wilde met de Grunau Baby héél steil starten, en dan met 90 km of meer aan de lier ontkoppelen en over de kop flippen, bij wijze van looping achterover.
    Hij kwam op dit idee omdat hij aanduiken met de Baby 'zo eng' vond.
    Het werd een obsessie voor hem.

    Zocht alleen nog even bevestiging.
    Het was in een klein gezelschapje dat hij dit opperde aan de chef instructeur, dhr Jaap Schwartz, een man met uitgesproken meningen.
    Marine officier vlieger, hanteerde de Jezebel tijdens de watersnood.

    Ik stond er bij die dag, had bijna mijn zweefvliegbewijs, en verklaarde de man vanaf dat moment voor niet toerekeningsvatbaar, al bestond dat woord nog niet in de dagelijkse omgang.

    Het gezelschapje viel wat zwijgzaam uiteen.

    Er werd niet geflipt door JJJ. Hij wás het al, ook weer zo'n woord dat toen nog niet bestond...

    Hij kwam vanaf dat moment eigenlijk minder en minder op de club...

    Een ander raakpunt tussen JJJ en mij is het feit dat ik in het bezit ben van een foto van zijn mishandelde PH-44, genomen in dat zelfde jaar, even nadat de reparatie er van gereed was.



    Dromend en droogvliegend in, of is het op? de Zögling zit een jonge Wout Kleppe, 18 jaar oud en in opleiding als vliegtuigmaker.

    Van hem heb ik kort geleden de foto's van Neptune 206 met de klapband geplaatst.
    Toeval?


    Blokje twee.

    Gezagvoerder HAA Kooper.
    Deze wist toen nog niet dat hij in 1953 de Londen-Christchurch race ging winnen.
    Met een DC 6A die nog moest worden bedacht.
    Hij verkeert hier nog in het DC 3 stadium.

    Co-piloot A K Bosman. Lex.
    Deze wist nog niet dat hij in april 1960 zou worden omgeschoold tot gezagvoerder van een onbekend type vliegtuig, de DC 7C, naar een nog veel onbekender vliegtuig zonder propellers.
    Niemand wist toen nog dat ene Frank Whittle en een Hans von Ohain liepen te denken aan het voortstuwende vermogen van verbrande lucht in een pijp met toebehoren.

    Het nog veel onbekender vliegtuig zou de DC 8-32 zijn, fonkelnieuw.
    Dat vliegtuig zou niet óók worden genoemd naar de een of andere merkwaardige vogel, iets waar men dol op was in de dertiger jaren, maar naar de hem op dat moment zeer bekende Heer Albert Plesman, toen ook al zijn directeur.
    Gewoon nog 22 jaar doorvliegen...

    Wat hij bovenal niet kon weten was dat hij op 18 april 1960 een RLS leerling uit zou nodigen mee te gaan op een van zijn lesvluchten.
    Dat kwam doordat hij een bij de ZCH zweefvliegende zoon had, en zodoende..

    In de Volkswagen Kever, tweedehands, onderweg naar Schiphol-Oost -dat niet zo heette omdat Schiphol Centrum er nog niet was- vertelde hij met verve dat hij één van de doorvliegende gezagvoerders was geweest tijdens de vliegerstaking in 1958.

    Ik was het daar volkomen mee eens en ben dat ook altijd gebleven.
    Zijn boosheid op en onbegrip jegens bepaalde collega's staat me nog bij, na lange tijd.

    www.youtube.com/watch?v=amG3Rn8H18o‎

    Overleg? Altijd, ten volle.
    Maar staken met dit beroep...nee, not done!

    De vlucht met de Albert Plesman was een belevenis.
    Het straalverkeersvliegtuig, dé toekomst, nog pas één maand in KLM aanwezig, en ík zat er in...



    Reken maar dat ik die maandag er op nét even anders achter de knuppel van de Saab 91D ging zitten...
    Aangeraakt.

    Het verhaal en een paar foto's er van volgen nog.

    Terug naar de PH ALV, Valk dus.
    Wat marconist C van Brugge later nog zou gaan doen en wanneer, weet ik niet.

    Wat ik wel weet, en hij toen ook al wist was het feit dat hij als marconist in 1934 van London Mildenhall naar Melbourne Australia was gevlogen.
    Ja, de Melbourne Race. Díe van Brugge.

    Leuk ploegje, daar in de cockpit van die Valk!


    Blokje drie.

    Ik heb niets met de Pander EF 85.
    En niets met een eventuele toekomst van de bestuurder.

    Maar ik vind gewoon dat iemand met zó'n achternaam niet moet gaan sportvliegen....

    Tracker.

  2. #2
    Geregistreerd
    18 februari 2013
    Locatie
    Asperen
    Berichten
    1.566
    Weblogartikelen
    4

    Standaard

    En wederom wordt hier een mooie geschiedenis met beschouwingen neergezet door de heer Tracker. Kunt u geen boek uitgeven? The Tracker Tales, of zoiets?
    Ik, en ik geloof vele anderen met mij, geniet van deze verhalen!

  3. #3
    Geregistreerd
    8 april 2009
    Locatie
    Dordrecht
    Berichten
    1.271

    Standaard

    Yep!
    Out of all the things I have lost, I miss my mind the most.

  4. #4

    Standaard

    Tracker, toppie!

  5. #5

    Standaard Over drie incidenten in februari 1938.

    Graag gedaan.

    Ik kwam zo'n mooi toeval tegen in de opsomming van Herman en het meemaken ooit van twee mensen daaruit, dat het vanzelf meeliften werd...



    Tracker.

  6. #6

    Standaard Over drie incidenten in februari 1938.

    Er zijn nog een paar plaatjes toe te voegen aan 1938, blokje 1, rond
    Hr JJ Jimmink op De Kooy.



    De foto geeft een opgewekt gezelschapje weer voor de ESG, PH 44 in de zomer, naar de hoogte van het gras te oordelen.
    Links een paar Marine officieren, model gekleed in gesloten atjeh jasje.
    De leiding-gevende op de startplaats is voorzien van roeptoeter en pet.

    Hij kan ook wel de instructeur van dienst zijn, die al roepend de leerlingen-zweefvlieger begeleidt tijdens hun glij-avonturen.

    Een bezigheid die tot een zekere mate van heesheid moet hebben geleid na een vol weekend aldus dirigerend.

    Er zitten een paar opgewekte burgers, met in hun midden een 'jonge juffrouw', functioneel op het zitplankje van de ESG.
    Rechter hand aan het levier en de voetjes bevallig in de beugels gestoken van het voetenstuur.

    De tamelijk luchtige ESG cockpit en een damesrok gaan niet samen, vandaar dat zij een lange sportbroek draagt.
    Zij was daadwerkelijk vliegend lid van de zweefclub.
    De Amelia van Den Helder.
    Haar ware naam is Emmy Witte.

    Ondanks haar naam, haar centrale positie op de foto, en de groep heren er omheen, verbleekt zij en het hele gezelschap bij de aanblik van de man op de voorgrond, gekleed in welgekozen witte vliegoverall en voorzien van linnen vliegkap.

    'Den Vliegmensch'.
    Jawel, JJ Jimmink!



    De volgende foto toont hem vlak voor het moment dat hij het luchtruim zal kiezen.



    Gezien zijn brede armzwaai is hij van plan om met de PH 44 zeer lang weg te blijven.
    Een forse afscheidsgroet waard.


    In 1956 is de Zweefclub her-opgericht.
    De Koninklijke Marine had er een -niet te grote- investering in gedaan ter lering ende vermaak van de Adelborsten.
    Dat moest op waarde worden geschat door het gezag.
    Zodoende kwam op zeker moment de Commandant Zeemacht op bezoek, met vrouw nota bene.

    Alles, militair was in rep en roer.
    De Admiraal werd gevlogen door Overste Dekker.
    Deze was niet, maar gedroeg zich wél als heel speciaal. Hij had een zweefvliegbewijs.

    De chef instructeur, MLD vlieger, Ltz1 (Jaap) Schwartz instrueerde niet, en als mede sleepvlieger sleepte hij deze keer niet.
    Nee, hij ontving de Admiraal.
    In uniform, met pet, en lederen handschoenen opgerold in de rechter hand, zien we hem hier op de rug.
    Hij neemt de nederige taak op zich om de kap van de Rhönlerche te helpen sluiten.

    De voorzitter van de club, alweer een overste, wacht in gepaste houding af.



    Er werd gesleept, en niet gelierd, omdat de door de Marine ter beschikking gestelde lierkabel, (dus gratis), slechts 3mm dik was, en daarbij van een niet meer te achterhalen jaartal stamde uit het verleden.
    Kabelbreuken waren daarom aan de orde van de dag. We waren er zeer bedreven in geworden.

    Maar om de Admiraal bloot te stellen aan abrupte en onvoorziene bewegingen was uit den boze.
    Hij werd dus sierlijk de lucht in gesleept door Tiger Moth 002.

    Er was burger pers op het veld uitgenodigd, zeldzaam, want het was normaliter een streng bewaakte militaire grasvlakte.
    Om dat gras te mogen betreden moest er tenminste een week van te voren een verzoek worden ingediend in drievoud.

    Daarin was deze keer voorzien en er bevond zich een bont gezelschap op de startplaats.
    Waar onder de hof fotograaf van de Helderse Courant.
    Het is zijn foto die hier wordt getoond.

    En dan is er één persoon die, nu achttien jaar verder, en gekleed in een Noord Hollandse veehouders jas, met alpinopet op het hoofd, die ook wel op de officiële foto wilde.

    JJ Jimmink kijkt hier blijmoedig in de lens, totaal niet onder de indruk van rangen en standen.

    Zijn smetteloos witte vliegtenue droeg hij niet meer.
    In 1956, met Göring nog in het achterhoofd, was dat niet meer zo'n goed idee.

    Tracker.

  7. #7

    Standaard

    Weer een interessant topic dat de moeite waard is om weer eens naar boven gehaald te worden, blijft leuk!

    Groet,

    Mathieu.
    Als het regent in mei is april voorbij.

  8. #8

    Standaard

    Blijft een leuk en boeiend onderwerp inderdaad.

Regels voor berichten

  • Je mag geen nieuwe discussies starten
  • Je mag niet reageren op berichten
  • Je mag geen bijlagen versturen
  • Je mag niet je berichten bewerken
  •