In boeken en publicaties over de geschiedenis van de Nederlandse luchtvaart staan vliegtuigen en vliegers centraal. De rol van de vliegvelden blijft onderbelicht. Jan Willem de Wijn en ik (Coert Munk) willen daar verandering in brengen en werken aan een publicatie ‘Vervlogen Vliegvelden’ in Nederland dat (volgens de planning) in 2018 moet verschijnen.

Natuurlijk, er zijn boeken over individuele terreinen verschenen, maar die verschijnen vaak naar aanleiding van een jubileum van een nog bestaand vliegveld. De enige poging tot inventarisatie van alle huidige vliegterreinen verscheen in 2008 in ‘100 jaar vliegen voorbij’. En een inventarisatie van alle vliegvelden tijdens een bepaalde periode in het verleden zag in 2009 het daglicht: ‘Vliegvelden in oorlogstijd’.

Buiten gebruik
In beide gevallen gaat het om officiële vliegvelden, civiel dan wel militair. Maar er zijn veel meer vliegterreinen in Nederland geweest. Dat brengt ons bij een wat ruimere en wat meer letterlijke definitie van het begrip vliegveld: een veld waarop gevlogen werd. Verleden tijd. Want als er op zo’n terrein nu nog vliegactiviteiten plaatsvinden, dan is het vliegveld voor ons nog niet ‘vervlogen’.
Naast het niet langer in gebruik zijn, is een ander criterium voor een ‘Vervlogen vliegveld’ dat het in het verleden eer dan eens moet zijn gebruikt. Daarmee wordt voorkomen dat incidentele voorzorgslandingen een grasveldje tot een vliegveldje verheffen. Bovendien moeten de starts en landingen met een gemotoriseerd vliegtuig hebben plaatsgevonden. In Haarlem steeg Anthony Fokker in 1911 verschillen de dagen achtereen op vanaf een plek waar nu een monument staat in een woonwijk. Tevens zal aandacht worden besteed aan de eerste locaties van ballonopstijgingen en zweefvluchten in ons land.

Ruim 350 velden
Een snelle inventarisatie vanuit de beschikbare documentatie over locaties die sinds 1909 zijn gebruikt om vanaf te vliegen, leidt tot de verrassende en in eerste instantie wat onthutsende constatering, dat vanaf meer dan 500 locaties in ons land ooit gemotoriseerde vliegtuigen zijn opgestegen. De lijst groeit nog bijna dagelijks en vormt een goede basis voor het onderzoek naar de verdwenen vliegvelden. Momenteel staat de teller op zo’n 350 ‘vervlogen vliegvelden’. Dat aantal alleen al schreeuwt om meer aandacht!

Samenwerking
Bij een simpele inventarisatie willen wij het niet laten. We willen trachten ook de vliegvelden van destijds in actie te laten zien aan de hand van foto’s of posters. En we willen nagaan wat er nog over is van of herinnert aan de vliegvelden, bijvoorbeeld in verschillende vormen van erfgoed. Om die elementen in beeld te brengen, wordt contact gezocht met lokaalhistorische verenigingen in de plaatsen waar ooit een vliegterrein lag. Met de Rijksdienst Cultureel Erfgoed wordt overlegd over input van RCE die kan leiden tot verbreding en versterking van onze inventarisatie en de daaruit voortvloeiende thema’s.

Thema’s
Thema’s die door het boek heen zullen spelen, zijn onder meer: het soort vliegveld : bijvoorbeeld een watervliegveld, een heliport, een vooroorlogs noodlandingsterrein van de KLM of een naoorlogs vliegstripje voor een Auster-squadron in Voorburg. De rol die ondernemersinitiatieven speelden, bijvoorbeeld bij de nieuwe Van Nelle-fabriek in Rotterdam of de Van Melle-fabriek in Breskens. Of de rol van de politiek en inwoners van een plaats op de plannen voor een vliegveld (receptiegeschiedenis). Dan wel de verschillende verschijningsvormen van vliegvelden qua architectuur en bouwstijl. En natuurlijk wat er nog aan erfgoed zichtbaar is van die voormalige vliegvelden. Dat kan zelfs zijn van schijnvliegvelden waar nooit echt op is geland of gestart, maar die wel gebombardeerd zijn.

Ook plannen
Naast verdwenen vliegvelden bestaan ook vliegvelden die nooit zijn aangelegd. Schiphol zou vervangen worden door een nieuwe luchthaven bij Leiderdorp of nog later bij Burgerveen. Om de Markerwaard maar niet te noemen! IJsselmonde werd als een alternatief voor het Rotterdamse vliegveld Waalhaven onderzocht. Zo werd er ook uitgegaan van een heel andere locatie voor het vliegveld dat uiteindelijk Teuge werd. Een van de mooiste vinden wij de locaties die Berlage bedacht voor een vliegveld bij Utrecht. Rond 1920 werd gedacht aan een plek bij de Galgenwaard, later werd het bij Vleuten geprojecteerd. Het is er nooit van gekomen. De Galgenwaard leidt al snel naar een verband tussen sportvelden en vliegvelden. Woudestein is de thuisbasis van de voetbalclub Excelsior, maar was ook de plek waar in 1910 Jan Olieslagers enkele malen startte en landde.

Gebruikers van deze site "Nederlandse Luchtvaart", die informatie hebben over een ‘vervlogen vliegveld’ en die willen delen, kunnen contact met ons opnemen.