De Nederlandse Helikopter Industrie (NHI) was een samenwerkingsverband tussen [wiki]Aviolanda[/wiki] en [wiki]Kromhout[/wiki] opgericht in 1955. Het verband was opgezet om de SOBEH-2 testhelikopter in productie te nemen. In mei 1956 maakte het eerste toestel, de NHI H-3 "Kolibrie" zijn eerste vlucht en op 3 maart 1958 verkreeg de H-3 zijn Bewijs van Luchtwaardigheid.

De rompen waren voor rekening van Aviolanda, de motoren kwamen bij Kromhout vandaan en de rotorbladen bij [wiki]Fokker[/wiki]. De assemblage gebeurde op [wiki]vliegveld Zestienhoven[/wiki]. Het toestel is nooit een succes geworden om verschillende redenen. De belangrijkste reden was het feit dat de Verenigde Staten destijds gratis Hiller H-23 Raven helikopters leverde aan de [wiki]KLu|Koninklijke Luchtmacht[/wiki]. Dit in het kader van de herbewapening van NAVO landen. Zodoende viel er ??n grote klant al weg. Een andere tegenslag was het vertrek in 1958 van twee van de belangrijkste constructeurs; de ontwerper ir. Jan Meyer Drees vertrok naar het Amerikaanse Bell, en rotorexpert ir. Gerard F. Verhage (?1968) nam ook ontslag. De derde reden dat het toestel niet aansloeg was het revolutionaire ontwerp, het was destijds 's werelds enige helikopter aangedreven door zogenaamde [wiki]Ramjet|ramjets[/wiki] - straalaandrijving zonder bewegende delen - aangebracht op de rotoruiteinden (rotortips). Deze ramjets bleken niet zuinig in gebruik en de vluchtduur was daardoor zo kort, dat men een speciaal aanhangwagentje - de helicar - erbij leverde om dienst te doen als landingsplatform. Daarentegen maakte de aanschafprijs en de mogelijkheid om de motor te laten draaien op elke gewenste brandstof, het de goedkoopste helikopter van die tijd.

Naar aanleiding van de tegenvallende orders en het vertrek van de twee ingenieurs nam Aviolanda in 1959 de productie over en bouwde naast de negen op Zestienhoven nog twee exemplaren. Het toestel werd toen als sproeihelikopter aangeboden en deze werden verkocht aan een Isra?lische sproeimaatschappij Wings, het (West)Duitse Nordflug, aan Groot-Brittanni?, aan Nederlands Nieuw-Guinea (waar het toestel gebruikt is voor een wetenschappelijke expeditie) en aan de Directie Wieringermeer voor o.a. de bestrijding van onkruid in Oostelijk Flevoland.

Er is nog ge?xperimenteerd met rubberen drijvers en gondels voor gewondenvervoer alsmede een landingsgestel bestaande uit ski?s waarmee op drassig terrein geland kon worden.

In 1961 werd de productie gestaakt en ging de NHI ter ziele.