Weergegeven resultaten: 1 t/m 1 van 1

Discussie: Overtrek

  1. #1

    Standaard Overtrek

    Overtrek (Engels: stall) is het proces waarbij, door vergroting van de [wiki]invalshoek[/wiki] van een [wiki]vliegtuig[/wiki], de luchtstroom het profiel van de [wiki]vleugel[/wiki] niet meer kan volgen. De vleugel verliest dan zijn [wiki]lift[/wiki], waardoor het vliegtuig - indien de [wiki]piloot[/wiki] niet ingrijpt - hard naar beneden zal gaan (aangezien het vliegtuig op dat moment niet meer 'vliegt')

    Als de invalshoek van een vleugel van een vliegtuig wordt vergroot, neemt de lift en weerstand toe. De lift neemt niet oneindig toe bij een grotere invalshoek. Als de invalshoek rond de 15? is overtrekt de vleugel; dit getal is nauwelijks afhankelijk van het soort vleugelprofiel. De luchtstroming kan dan het profiel van de vleugel niet meer volgen. Het overtrekken van de vleugel is geen geleidelijk proces en gebeurt vrij abrupt. Een overtrokken vleugel geeft nauwelijks nog lift en veroorzaakt relatief grote weerstand.

    Een vliegtuig kan onder elke helling en snelheid worden overtrokken. Piloten oefenen de overtrek op veilige hoogte door de snelheid langzaam te verlagen. Hoe trager de luchtstroom over de vleugels, hoe minder lift ze geven. Om het gewicht van het vliegtuig dan nog te kunnen dragen moet de invalshoek vergroot worden. Op een bepaalde snelheid zal de invalshoek het kritieke punt bereiken en overtrekt het toestel. Deze snelheid wordt de overtreksnelheid genoemd. De overtreksnelheid varieert per type vliegtuig en is afhankelijk van de belading ervan en van het eventuele gebruik van [wiki]spoiler|spoilers[/wiki] of [wiki]welvingsklep|welvingskleppen[/wiki]. Door middel van kleurcodes wordt deze aangegeven op de snelheidsmeter.

    Een vliegtuig kan ook bij een hogere snelheid overtrekken. Als de neusstand van het vliegtuig snel omhoog wordt getrokken, waardoor de baan van het vliegtuig nog niet is veranderd, maar de invalshoek w?l, kan het vliegtuig overtrekken. Dit kan het vliegtuig erg belasten. De formule voor de belastingsfactor bij een overtrokken vleugel:

    n = belasting in [wiki]G-kracht|g[/wiki]
    V = vliegsnelheid tijdens de overtrek
    Vsl = Vstall = overtreksnelheid
    Als de overtreksnelheid 60 km/h en het vliegtuig wordt overtrokken bij 180 km/h, dan is de belasting:

    Kunstvliegtuigen (categorie A) mogen maximaal belast worden met +7 g, dus deze overtrek is gevaarlijk.

    Piloten oefenen de overtrek op veilige hoogtes. Omdat het overtrekken van een vleugel gepaard gaat met verlies van hoogte, is het belangrijk om deze situatie te vermijden tijdens de start en landing. Door het te oefenen leren ze de signalen herkennen voordat een vleugel overtrekt. Als er in de buurt van de overtreksnelheid wordt gevlogen, krijgt de piloot een aantal signalen:

    • De neusstand is hoog.
    • Veel vliegtuigen beginnen te trillen doordat de turbulente luchtstroom die door het overtrekken ontstaat tegen de staartvlakken botst.
    • Vanwege de lage snelheid reageert het toestel minder snel op roeruitslagen.
    De meeste kleine vliegtuigen herstellen zichzelf als de vleugels worden overtrokken. Dit komt onder andere doordat het stabilo later overtrekt dan de vleugels. Hierdoor levert het stabilo nog lift bij een overtrek en wordt de neusstand automatisch verlaagd.

    Als één vleugel wordt overtrokken en de ander zijn draagkracht houdt (asymmetrische overtrek), ontstaat een [wiki]tolvlucht[/wiki] of vrille.

    http://www.youtube.com/watch?v=dUj6rmgku10
    http://www.youtube.com/watch?v=zrwlpHE7P8Q
    Laatst gewijzigd door ReneL; 31 augustus 2009 om 14:24

Regels voor berichten

  • Je mag geen nieuwe discussies starten
  • Je mag niet reageren op berichten
  • Je mag geen bijlagen versturen
  • Je mag niet je berichten bewerken
  •