Er zullen verschillende van jullie denken: ‘Daar komt ie weer met zo’n saai grijs/blauwe cover’. Ja, dat is zo, want het is de basis van het onderwerp van vandaag. Zij is 75 jaar geleden vervoerd in een tijd dat een luchtreis nog een avontuur was en jullie (denk ik) nog niet waren geboren. Ik was in ieder geval nog onder constructie. De vliegtuigen hadden dikke vleugels en dunne wanden van gespannen doek over metalen frames. De passagiers kregen reisdekens en voetzakken tegen de kou. Er werden veel tussenlandingen gemaakt, het weer had onverwachte verrassingen en een vlucht op 10 kilometer hoogte zat er toen echt nog niet in. Er was veel remous onderweg en deze envelop danste mee in thermiek en valwinden. Deze kennis achter de saaie envelop maken van haar een fijn avontuur.
De regelmatige 14 daagse post/lijn dienst op het toenmalige Indië begon in september 1930. Hier is een kopie van de poster waarmee de KLM reclame maakte. Als je goed kijkt is de cockpit gesloten. De Fokker F-VIIB-3M die voor de eerste vluchten gebruikt werd had een open cockpit. Of dit een artistieke vrijheid van de artiest was of een toekomstdroom van de KLM weet ik niet:
De 2e retourvlucht werd in oktober 1930 gevlogen met Fokker F-VIIB-3M reg. PH-AEO. De gezagvoerder was J.J.Hondong, de 2e vlieger was E.C.Pellens, bwk was K.A.O.Weber. Op de heenweg naar Indië kregen ze toestemming over Turkije te vliegen en daarom werd de route verlegd via Griekenland en Egypte en moest er een flink stuk over de Middellandse zee worden gevlogen. Hier een van de weinige foto’s van de PH-AEO:
Op de terugweg van Batavia werd gestart op 31 oktober 1930. In ‘Het Vaderland’ van diezelfde dag stond het volgende bericht:
Het toestel had 136,8 kg post aan boord. Dat kwam allemaal veilig in Nederland aan. Met het vliegtuig liep het later slecht af. Het werd verhuurd aan Air Orient. Op 7 juni 1931 crashte het in een tornado bij Sandoway in Burma met een Franse bemanning. Er waren geen overlevenden. Een triest einde. JanJr.