De gevonden restanten van de Pander EC-60 zijn van de PH-AEV. De eigenaar Haijo Hindriks was een actieve voortrekker bij de ontwikkeling van het vliegveld Eelde. Zijn vliegtuig met de naam “Grijze Roodstaart’ was een verder ontwikkelde E-variant met een hydraulisch geveerd landingsgestel en een lange uitlaatpijp over een groot deel van de romp. Op 9 juni 1931 ging het in de lucht mis. Op ca. 100 meter hoogte ‘gleed het vliegtuig af’, zoals het toen in de krant werd beschreven, en stortte neer. Hindriks overleed. De restanten van het de PH-AEV lagen nog lange tijd in een hangaar voor nader onderzoek. Na de inval van de Duitsers in 1940 werd wat over was van de Grijze Roodstaart in een bomkrater begraven. En nu liggen er twee kisten vol met verroeste en verwrongen onderdelen en de Walter stermotor opgeslagen in de T2 hangaar van de Aviodrome. Daar ben ik onlangs een kijkje gaan nemen in een poging om de vele vragen omtrent de constructie en uitvoering van het Pander ontwerp beantwoord te krijgen. De gegevens zijn essentieel voor de bouw van een geloofwaardige Pander E reproductie waaraan ik momenteel thuis werk. Heel veel stalen delen hebben de 79 jaar in de grond goed overleefd. Ook de messing benzinetanks, hoewel onherkenbaar vervormd, blijken een bron van informatie. Er zitten nog de Smiths benzinemeters in. Houten delen van de vleugelliggers zijn deels gespaard gebleven, ondanks de aanwijzingen dan er brand is geweest. De 60 pk Walter motor is nog vrij compleet, de magneten en carburateur zijn aanwezig. Er zit zelfs nog een stompje propeller op de krukas. Dankzij de bereidwilligheid van Raymond Oostergo heeft de Aviodrome mij een enorme dienst bewezen door mij toegang te geven tot deze ‘bodemschat’