Zoals eigenlijk overal in NL, zijn er in onze streek in WOII flink wat vliegtuigen omlaag gekomen. Bij memorials voor een aantal daarvan, ben ik (zijdelings) betrokken geweest.
Zo was er de B-17 die in de Lek crashte: En de Hawker Typhoon die, na te zijn geraakt door Flak, de grond in dook bij Albl'dam.
Op 8 maart 1944 kwam een aangeschoten B-24 Liberator, na een missie in Duitsland, zodanig in moeilijkheden, dat 10 van de 11 bemanningsleden er boven de West Alblasserwaard uitsprongen. De Liberator crashte in Hendrik Ido Ambacht. De tweede vlieger wist als enige aan de Duitsers te ontkomen, dook een half jaar onder bij de Rotterdamse ondergrondse, probeerde te ontsnappen naar Engeland, werd verraden in België en was tot mei 1945 krijgsgevangene in het concentratiekamp Stalag Luft III. Die 2e vlieger heeft zijn oorlogswederwaardigheden na bijna 60 jaar aan zijn zoon verteld, die er een 500 pagina’s dik boek van heeft gemaakt. De vlieger is in 2015 overleden, maar de zoon komt nog regelmatig naar Nederland, omdat hij, net als zijn vader, zich schatplichtig voelt aan het Nederlandse verzet. Een Nederlandse vertaling was/is hun beider wens.
Met een klein groepje ben ik nu bezig om dit boek te vertalen. Wij doen het met een paar amateurs, maar wel specialisten op hun gebied, zoals de Nederlandse taal en voor de vliegterminologie heb ik een oud chef-invlieger van Fokker bereid gevonden om de puntjes op de i te zetten. Afgelopen januari zijn we begonnen en we zijn nu op één derde van de te vertalen tekst.
Het boek is o.a. te koop bij Amazon.
Tijdens het vertalen kom je allerlei zaken tegen die vragen opwerpen, temeer daar de tweede piloot zijn herinneringen pas na 60 jaar te boek heeft gesteld. Zo is er een beschrijving van een mogelijke ontsnapping naar Engeland, via een ophaalpoging door een nachtelijke landing in België.
Dit is die beschrijving:
A twin-engine English airplane was to arrive from across the North Sea just at dusk. I figured that this airplane would probably be something like the twin-engine Avro Anson. But this vulnerable little transport airplane wasn’t to be alone during its very important mission. The RAF and AAF would be sending thirty to fifty fighters to fly above the little airplane to suppress any ground fire and also to do combat with any airplanes the Germans might send to shoot it down.
Dan denk je huh, ‘s nachts, 50 jagers, de RAF én de AAF? toe maar. Maar aan wie moet je nou vragen of dit waar kan zijn of onzin is. Dus toen dacht ik aan de grote luchtvaartkennis die in dit forum aanwezig is.
Dit zijn mijn eigen gedachten, die ik opschreef voor mijn medevertalers:
Deze drop en ophaal missies werden uitgevoerd met vliegtuigjes die 's nachts, liefst met nieuwe maan, zo laag mogelijk vlogen om radar-, luister- en observatieposten mis te houden. Hierdoor is het praktisch onmogelijk voor een Flakbemanning, om op tijd te reageren. Verder vlogen zij een nauwkeurig geplande route om zoveel mogelijk de bekende observatieposten en Flakbatterijen te vermijden.
Een escorte van 30 tot 50 jachtvliegtuigen zou onvermijdelijk de Duitse luchtverdediging in de hoogste staat van alarm brengen, wat nou juist niet de bedoeling was. Ook waren de toenmalige jachtvliegtuigen niet uitgerust om 's nachts te vliegen, laat staan om te vechten. En bovendien, overdag is het al een 'hell of a job' om een groep van 30 tot 50 jagers samen te stellen, een missie te vliegen en weer heel terug te keren, laat staan 's nachts.
Ben benieuwd wat jullie mening/gedachten hierover zijn.
Adri